Open Brief aan Klaas Dijkhoff

2007: Alexander Pechtold bezoekt als adoptiepoliticus Klarendal, Kapelstraat © Zefanja Hoogers

Beste Klaas Dijkhoff, tijdens de algemene beschouwingen in de Tweede Kamer lanceerde je namens de VVD het plan voor een extra streng beleid naar mensen die in probleemwijken de wet overtreden. Kamerbreed hielden ze jouw onzalige plan tegen, maar is het is genoemd en ligt vast in jullie voorraad kast.

Arnhem, oktober 2018 – door Chris Zeevenhooven

WRR Rapport: Vertrouwen in de buurt (2006)

Zover ik begrijp heb je je nog niet echt verdiept in de probleemwijken. Je bent geen ambassadeur van zo’n wijk ergens in Nederland zoals oud collega Pechtold dat jaren is geweest voor Klarendal in Arnhem. Jij verkleedt je met carnaval en gaat dan met een biertje hossend door Breda. Maar je had beter kunnen weten. Partijgenoot Pieter Winsemius, organisatieadviseur en oud minister, nu lid van de wetenschappelijke raad van de regering (WRR) heeft in 2006 gewerkt aan het rapport “Vertrouwen in de Buurt”. De presentatie van het rapport baarde opzien omdat het aangaf dat er wel 140 wijken/buurten in Nederland waren die substantieel achterstand hadden. De samenleving functioneerde er niet goed en mensen deden onvoldoende mee (zoals werk). Maar de mensen in die buurten wilden wel en namen wel allerlei initiatieven. Dat bleek uit de vele gesprekken die Winsemius persoonlijk in die buurten heeft gevoerd. In het 280 pagina’s tellende rapport wordt dat beschreven. Er is aandacht voor de sociale herovering en de noodzakelijke cultuuromslag bij de overheid. “Neem de mensen in de buurten serieus en geef randvoorwaarden (financieel) en maak een robuuste politiek breed gedragen visie. Kies voor een lerende samenleving en door te bouwen in de buurt vormt zich vertrouwen in de buurt”.

Van probleemwijk naar prachtwijk

Ella Vogelaar werd de eerste minister die met dit advies aan de slag ging in de 40 geselecteerde Vogelaarwijken. Er werd een budget samengesteld mede met een financiële bijdrage van de woningcorporaties, die daarnaast nog een essentiële rol vervulden met de realisatie van de wijkactieplannen. Vanaf 2007 is gewerkt aan de uitrol met ondersteuning en supervisie van het ministerie. Kennisgroepen en belangengroepen werkten samen, waarbij de participatie vanuit de buurt centraal stond. Het was een taai vraagstuk dat gaandeweg steeds beter getackeld werd en steeds meer “wijken” wilden geen probleemwijk meer genoemd worden, maar “prachtwijk”. In heel Nederland werden de resultaten zichtbaar. Het beschikbaar gestelde geld voor de 40 wijken, maar ook het extra geld van de Kamer aan honderden andere wijken voor de bewonersoverleggen werd zuinig beheerd en voorzichtig uitgegeven zodat tot ver in 2014 er nog projecten gerealiseerd zijn.

Kabinetten Rutte

Maar met het aantreden van het eerste kabinet Rutte in 2010 was al een dikke streep gezet door dit succesvolle project. Het succesvolle “wijkenbeleid” was van de baan, dat moesten de gemeenten voortaan maar zelf doen. Daarnaast werd de belangrijkste partner, de woningcorporaties in de uitvoering, ernstig beknot in de mogelijkheden door de invoering van de woningwet van minister Stef Blok (VVD) in 2015. De verhuurdersheffing van de kabinetten Rutte (VVD) doet nog een extra aanslag op de mogelijkheden om te investeren in kwetsbare wijken  door de corporaties.

De woningcorporatie, belangrijke partner in de wijkaanpak

De woningcorporaties werden in het rapport van de WRR niet expliciet genoemd als een van de belangrijkste partners om te komen tot een echte verbeteringen van de probleemwijken. Ze waren gehouden aan het leveren van prestaties om de leefbaarheid in “hun” buurten te verbeteren, maar met de Vogelaaraanpak kwam daar veel meer structuur in en kwamen er beter zichtbare resultaten. “Leefbaarheid” is een soort heilige graal je kunt het niet echt vasthouden, maar je voelt en ervaart het al of niet als je in die wijken komt. Tenslotte vertaalde het zich ook in de barometers en onderzoeken die gemaakt zijn. De bewoners gingen hun wijk steeds meer waarderen en de wijken zijn meer open geworden. Inmiddels stromen hipsters en jonge mensen die wijken in, omdat het er leuk wonen is.

Van prachtwijken naar probleemwijken

Maar zoals aangegeven te beginnen in 2010 en met de Woonwet in 2015 heeft jouw partij, de VVD een eind gemaakt aan de positieve ontwikkelingen. Het wonen in een sociale huurwoning is voor “gewone” mensen onmogelijk geworden. De wijken die dicht bij stadscentra liggen en aantrekkelijk zijn geworden voor bedrijvigheid en sociale activiteit met horeca en start ups ontwikkelen zich door tot trendy wijken waar het goed toeven is met dure woningen (vaak verkocht door de corporaties). Maar in de wijken met veel gestapelde bouw en flats is er inmiddels sprake van terugval. Gemeenten probeerden zelf het wiel uit te vinden voor een wijkaanpak, waar de decentralisatie van welzijn, jeugdzorg en participatie als taken bij zijn gekomen. Het rijk laat het financieel afweten en de woningcorporaties hebben noodgedwongen een afwerende houding.  Het positieve resultaat van de concrete aanbevelingen van Pieter Winsemius (VVD) uitgevoerd door Ella Vogelaar (PvdA) en Eberhard van der Laan (PvdA) is door Mark Rutte (VVD) en Stef Blok (VVD) met een paar strepen om zeep geholpen. De uitspraak van jou Klaas, om extra hard op te treden tegen wetsovertreding in probleemwijken is tegen deze achtergrond vooral cynisch. De Kamer had niet alleen het plan af moeten wijzen, maar ook aan moeten geven dat de VVD door haar beleid van prachtwijken weer probleemwijken maakt en jou doorverwijzen naar partijgenoot Pieter Winsemius.

Met vriendelijke groet,

Chris Zeevenhooven