Er zijn maar weinig kwesties die zo gevoelig liggen als de sluiting van scholen om de verspreiding van het coronavirus een halt toe te roepen. Politici, leraren en zelfs het RIVM houden de mythe in stand dat kinderen slechts een beperkte rol spelen bij de verspreiding. Meerdere studies tonen echter aan dat kinderen net zo besmettelijk zijn als volwassenen.
De meest recente representatieve studie kom van de universiteit van Wenen. In Oostenrijk werden 240 scholen in het hele land onderzocht. Bij kinderen en docenten testte 1,42 procent positief. Dat percentage was hetzelfde voor kinderen en volwassenen.
Onder de schoolkinderen was er geen verschil tussen de leeftijdsgroepen: evenveel kinderen in het basisonderwijs waren besmet als kinderen in het voortgezet onderwijs. Die conclusie is in tegenspraak met de lang gekoesterde overtuiging dat jongere kinderen grotendeels gespaard zouden blijven van corona-infecties.
Het onderzoek in Oostenrijk staat niet op zichzelf. Een wereldwijd onderzoek toonde in november aan dat het sluiten van onderwijsinstellingen de op één na meest effectieve maatregel was van alle onderzochte interventies. Een andere studie in 131 landen toonde aan dat schoolsluitingen een grote rol speelde in het verlagen van de reproductiewaarde. Uit een studie in de Verenigde Staten bleek dat schoolsluiting leidde tot een daling van 60 procent van het aantal besmettingen en doden.
En alsof dat nog niet zorgwekkend genoeg is: het lijkt erop dat de Britse B.1.1.7-mutatie zich ook gemakkelijker verspreid onder kinderen en pubers. Een studie van het Britse Imperial College London laat een “verschuiving in de leeftijdssamenstelling” zien in de gerapporteerde gevallen “met een groter aandeel onder de 20-jarigen.”
“Heel verbazingwekkend”
Een van de eerste experts die waarschuwde voor verkeerde aannames over de besmettelijkheid van kinderen, is de vooraanstaande Duitse viroloog Christian Drosten. Drosten was een van de ontdekkers van het coronavirus. In het voorjaar van 2020 adviseerde hij de Duitse overheid om scholen langer gesloten te houden. Dat advies kwam nadat Drosten een studie deed naar de besmettelijkheid van kinderen.
De oproep van Drosten kwam hem in eigen land op veel kritiek te staan. De overtuiging in het voorjaar van 2020 was immers dat kinderen minder vatbaar waren voor het coronavirus en minder besmettelijk waren dan volwassenen.
Drosten tegen het Duitse weekblad Der Spiegel: “De besmettelijkheid van kinderen werd zo lang ontkend. Er werd niets gedaan. Er werden zoveel maanden geen beslissingen genomen. Ik vond dat heel, heel verbazingwekkend. Zelfs zonder ons onderzoek naar virale ladingen bij kinderen, had ik het niet waarschijnlijk geacht dat kinderen door corona zouden worden gespaard. Puur biologisch gezien verandert het slijmvlies tijdens de puberteit niet veel. Dat betekent dat kinderen ook besmet kunnen raken en besmettelijk kunnen zijn. Dat er zoveel twijfels over dat feit zijn gerezen is nog steeds verwarrend voor mij.”
Gevoeligheid, blootstelling en overdraagbaarheid
Dat de mythe over een lager besmettingsgevaar ontstond, heeft volgens de Britse epidemioloog Deepti Gurdasani van de Queen Mary University in Londen meerdere oorzaken.
“De rol die kinderen spelen bij overdracht hangt af van drie factoren: gevoeligheid, blootstelling en overdraagbaarheid. Hoe waarschijnlijk is het dat een kind besmet raakt wanneer het wordt blootgesteld. Hoe waarschijnlijk is het dat een kind wordt blootgesteld en hoe waarschijnlijk is het dat een besmet kind anderen besmet.”
Volgens Gurdasani is overdracht door kinderen een combinatie van deze drie factoren én het niveau van contact met anderen.
“Er is dus een samenspel van vele factoren die uiteindelijk de rol bepalen die kinderen spelen bij overdracht.”
Begin 2020, in de eerste onderzoeken naar kinderen en corona, is volgens Gurdasani onvoldoende rekening gehouden met al deze factoren.
“De meeste onderzoeken gebruikten symptoomgebaseerde tests om de status van de casus te bepalen. Dit is onjuist, omdat kinderen vaak asymptomatisch zijn en volwassenen in stilte besmetten. Bovendien werden veel eerdere onderzoeken naar infectie uitgevoerd tijdens lockdowns en periodes waarin scholen gesloten waren. Dit heeft een enorme impact op gevolgtrekkingen, aangezien infectie bij kinderen afhankelijk is van gevoeligheid en blootstelling.”
De besmettelijkheid van kinderen is om die reden lang verkeerd geïnterpreteerd.
Wetenschappelijke starheid
Inmiddels ligt er een overdaad aan wetenschappelijk bewijs dat kinderen net zo besmettelijk zijn als volwassenen. Toch houdt de mythe over een kleinere kans op besmetting hardnekkig stand.
Christian Drosten: “Wetenschappers moeten de beschikbare gegevens interpreteren zonder enige vooringenomenheid.”
Drosten stelt dat wetenschappers die de nieuwe studies niet nader hebben bekeken, hun mening moeten heroverwegen. “Soms is dat niet gemakkelijk, vooral omdat er in de zomer en herfst helaas een zekere starheid in sommige professionele en wetenschappelijke kringen is geslopen.”
Die mening wordt gedeeld door epidemioloog Gurdasani:
“Gezien de enorme hoeveelheid bewijs die al maanden beschikbaar is, is het verbazingwekkend dat de overheid en sommige experts voortdurend beweren dat kinderen niet significant bijdragen aan besmettingen. Deze ontkenning van duidelijk bewijs heeft een enorme impact gehad op het beleid in Groot Brittannië en heeft ons rechtstreeks geleid naar precies de situatie waar we nu in zitten: scholen moeten naar onderwijs op afstand worden verplaatst. Als we scholen veiliger hadden gemaakt in de vele maanden dat we dit moesten doen, waren we hier misschien niet geweest. En het zijn de kinderen waarvan iedereen zegt dat ze ze willen beschermen, die daar het meest onder te lijden hebben.”