Een ding is zeker: alleen inkrimping van de veestapel, of alleen honderd rijden, of minder industrie is niet genoeg. Iedereen moet meebewegen om de biodiversiteit in Nederland te redden, de kwaliteit van de Natura 2000 gebieden te herstellen en om ons grond- en oppervlaktewater schoon te houden. Dat werd duidelijk na het stikstofcollege in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam van de Nederlandse stikstof- en bodemexpert prof. dr. Jan Willem Erisman van het Louis Bolk Instituut en drie andere deskundigen.
door Simon Trommel
Pakhuis De Zwijger organiseert avonden over gebiedsgericht werken en de ontwikkeling van stad en platteland. Stikstof is nu helemaal hot en daarom organiseert Pakhuis De Zwijger een serie avonden over stikstofproblematiek in stad en platteland.
Te veel stikstof is niet goed
Alle organismen hebben stikstof en hebben er behoefte aan. Maar een teveel is niet goed. Dan zorgt het voor ongezonde lucht in de steden doordat het fijnstof toeneemt. Ook bedreigt het de biodiversiteit. Het zorgt voor ongewenste groei van bepaalde planten in de natuur, zoals brandnetels. Of het vervuilt het water, bijvoorbeeld door algengroei: het is de wet van de afnemende meeropbrengsten, legt Erisman in Amsterdam uit.
Met andere woorden: stikstof uit dierlijke mest en kunstmest is goed om gewassen te laten groeien op akkers en weilanden, maar als de stikstof verderweg neerdaalt, dan zorgt het ook voor problemen.
Nu stikstofcrisis
Ondanks de reductie in uitstoot van stikstof zitten we nu middenin een stikstofcrisis, door het teveel aan uitstoot van landbouw, van industrie en van het verkeer. Hoeveel stikstof er precies is, is moeilijk te zeggen, omdat veel van de stikstof waargenomen kan worden, maar ook een deel niet, het ammoniakgat. Dat kan betekenen dat de metingen waarover nu een hoop te doen is, niet helemaal kloppen. Het kan ook betekenen dat de modellering niet helemaal aansluit. Wat het is, onderzoeken wetenschappers. Vast staat wel dat we met een overlopende stikstofemmer zitten, terwijl de kraan van nieuwe stikstofaanvoer open staat. Dat ruïneert de natuur, en uiteindelijk ook ons leefmilieu.
Noodrem Raad van State
De stikstofcrisis kwam vooral doordat de Raad van State aan de noodrem trok. Johan Vollenbroek, activist voor de organisatie Mobilisation for the Environment werkte met zijn beweging en andere organisaties vier jaar aan een zaak bij de Raad van State, over het Programma Aanpak Stikstof, het PAS, en dit voorjaar deed het bestuursrechtcollege uitspraak: er gebeurt iets wat niet mag.
Dat Programma Aanpak Stikstof is een soort boekhoudsysteem dat regelt dat aan de ene kant mogelijk schadelijke activiteiten (zoals woningbouw, wegen en nieuwe veehouderijen) vooraf worden toegestaan. Ze worden aan de andere kant van de balans gecompenseerd door toekomstige positieve maatregelen in de natuur. Zo’n toestemming ‘vooraf’ mag niet meer van de Raad van State.
Het gevolg van die uitspraak is dat plots landbouw en woningbouw onder vuur kwamen te liggen. Er zijn zorgen over woningbouwprojecten. Boeren protesteren tegen de nieuwe stikstofregels. De samenleving en de politiek staan nu voor de vraag hoe om te gaan met de uitspraak en met activiteiten die mogelijk schadelijk zijn.
Ook stikstofongevoelige natuur ligt er niet goed bij
Overigens is het niet zo dat het PAS uitsluitend voor slechte maatregelen heeft gezorgd, hield John Janssen (WUR) de zaal voor. Alle aandacht gaat nu naar stikstofgevoelige natuur, maar er is volgens hem ook stikstofongevoelige natuur die er ook niet goed bij ligt door klimaatproblemen, zoals droogte en door versnippering.
Harde plotse maatregelen moeten economische activiteiten niet onmogelijk maken, betoogde milieurechtadvocate Anna Collignon van advocatenkantoor Stibbe.
Iedereen moet bijdragen aan stikstofreductie
Ook Erisman is niet voor een noodrem. Hij zegt dat iedereen de tijd moet krijgen om zich aan te passen, maar pleitte gelijk voor solidariteit. ‘Hou links aan want rechts ligt het ravijn’, zei hij metaforisch.
Ook John Janssen ziet graag solidariteit waarbij iedereen meedraagt. Johan Vollenbroek gaat het niet snel genoeg. ‘Minister Cora van Nieuwenhuizen vindt het belangrijker om met haar auto met 130 kilometer per uur van het ministerie naar huis te rijden dan dat de landbouw en de woningbouw ruimte krijgen.’ We moeten gelijk stoppen met te hard rijden, en met kolen- en biomassacentrales, vindt hij. ‘Dat geeft ruimte voor economische activiteit.’