De stikstofcrisis heeft Nederland in de houtgreep. D66 heeft het voortouw genomen door te pleiten voor het halveren van de veestapel om daarmee stikstof vrij te maken om de woningbouw weer op te starten en de natuur te versterken. In de landbouwwerkgroep van D66 zitten twee hoogleraren, Han Lindeboom en Johan Sanders, die het stikstof vraagstuk op een andere manier willen en kunnen aanpakken. Zij hebben een stikstof focus groep opgericht. Deze gepensioneerde hoogleraren vonden aanvankelijk weinig gehoor, terwijl ze kennis en ervaring hebben in het beleidsveld. In de laatste weken zijn zij een keer bij Minister van der Wal op bezoek geweest en daarna hebben ze nog een drietal keer met het secretariaat van Remkes gesproken. Tijd voor een gesprek met een van hen.
Door Chris Zeevenhooven
Johan Sanders (73) loopt al wat langer mee. Hij heeft in zijn werkzame leven veel verschillende uitdagende vraagstukken aangepakt. In zijn werkwijze is hij altijd uitgegaan van de driepoot: people planet profit.
“Ik ben sinds 2002 hoogleraar bio based economy, eerst als bijzonder hoogleraar en later met een eigen leerstoel. Ik heb de leerstoel opgezet en die bestaat nog steeds maar met een andere naam. Van oorsprong ben ik moleculair bioloog, Universiteit van Amsterdam en gepromoveerd bij Piet Borst. In die periode heb ik een nieuwe methode opgezet om genen in kaart te brengen met behulp van enzymen en daar heb ik indertijd de Winkler Prins prijs voor gekregen”.
Uitdagend onderzoek bij Gist Brocades en Avebe
“Na mijn studie heb ik in 1977, bij Gist Brocades in Delft, eerst een afdeling moleculaire genetica opgezet. In de 80-er jaren kon ik daar onder mijn verantwoordelijkheid met een groot budget allerlei exploratief onderzoek doen. We hebben toen het fytase enzym ontwikkeld om te gebruiken in veevoer om het fosfaat probleem aan te pakken. Dit product werd binnen 5 jaar, nadat ik het concept bedacht had, op de markt geïntroduceerd. Het fytase enzym wordt nu – 30 jaar later- breed gebruikt en door meerdere grote bedrijven gemaakt. Het is nu het op één na grootste enzym ter wereld in verkoopvolume en haalt alleen al in Nederland elk jaar 50 miljoen kg fosfaat uit varkens- en pluimveevoeders. Daarna ging mijn loopbaan verder als research directeur bij Avebe. Daar heb ik de kracht van bio-raffinage leren kennen. Uit aardappelen halen zij zetmeel en nu ook eiwit. Daarmee wordt veel toegevoegde waarde gecreëerd”.
Leerstoel Universiteit Wageningen
“De volgende stap was het opzetten van de leerstoel bij universiteit Wageningen. Ik heb er geleerd om processen waaronder bio-raffinage op kleine schaal te doen. Als er voor een proces veel warmteoverdracht nodig is, dan is dat kapitaalintensief en dan kun je feitelijk alleen op grote schaal produceren. Dan heb je steeds weer een zwaarwegende beslissing van de board nodig om nieuwe processen te ontwikkelen en dan gaat innovatie langzaam. Warmteoverdracht is bepalend hoe kapitaalsintensief je bent. Ik heb toen de vraag gesteld of je met minder warmteoverdracht ook die producten kunt maken. En we ontdekten dat het kan als je grondstoffen kiest die wat betreft hun enthalpie (energie-dichtheid) dicht bij die van het eindproduct liggen. Uit suikers moet je stoffen maken, die de elementen koolstof waterstof en zuurstof hebben dus bijvoorbeeld polyesters. Als je dat doet gaat er minder energie verloren, want veel energieverlies vraagt om warmteoverdracht en dat maakt het kapitaalintensief. Om 1 ton polyester te maken uit olie heb je 100 giga joule nodig. Als je dat uit suiker doet dan heb je ongeveer een derde nodig en als je het goed doet is die volledig hernieuwbaar”.
Kleinschalige processen mogelijk maken
“Dus veel kleinschalige processen zijn duur omdat ze energie intensief zijn, een indamper kost op kleine schaal veel geld per eenheid geproduceerd product en als je hem veel groter maakt kost die in verhouding veel minder, dat is het schaalvoordeel. Als je bio based gaat werken dan vergelijkt men de grondstofkosten van suiker vaak met aardolie. Maar je moet niet grondstof met grondstof vergelijken, maar de grondstof inclusief het kapitaal om de suiker te bewerken naar een product met olie inclusief het kapitaal om die olie naar hetzelfde product om te zetten. Dan pas vergelijk je fossiel versus hernieuwbare grondstoffen op de goede manier. Bedrijven, die veel kapitaal bezitten (oliebedrijven) kunnen makkelijker op grote schaal die kapitaalsintensieve processen organiseren mede omdat ze de kennis in huis hebben om dergelijke grote fabrieken te bouwen. Zij verliezen op deze wijze hun strategisch voordeel”.
Het stikstof vraagstuk komt op
Sanders vervolgt zijn verhaal: “Begin 80-er jaren zag ik het mestvraagstuk en als programmaleider exploratief onderzoek bij Gist Brocades wilde ik dat vraagstuk aanpakken. Sinds de komst van de ligboxstallen groeide het stikstofprobleem in de veehouderij, doordat de vaste mest en de urine samen in een mestput opgevangen worden. Dan ontstaat er ammoniak. Met fytase waren we al in staat geweest om het fosfaat probleem aan te pakken en stikstof zou aangepakt kunnen worden door de ammoniak uit de mest om te zetten in het aminozuur lysine. Die lysine zou je weer aan de beesten kunnen voeren. Op die manier verlaag je het stikstof probleem aan de voorkant en de achterkant van het dier. De EU ging daar bovendien mee akkoord. Maar dat project heeft het helaas niet gehaald door een prijzenoorlog om een nieuwkomer uit de markt te houden”.
D66 kiest voor halveren veestapel als oplossing
“Het stikstof vraagstuk werd actueel toen de hoogste rechter de PAS wetgeving verbood. Er mochten onder die wet geen vergunningen meer afgegeven worden. De economie en met name de woningbouw ging op slot. Tijdens een D66 fractieweekend in september 2019 werd als konijn uit de hoge hoed de halvering van de veestapel getoverd. Alle boeren in Nederland in rep en roer. Tjeerd de Groot had eerst ingezet op kringlooplandbouw en daarna kwam het halveren van de veestapel erbij. Hij had de D66 werkgroep landbouw daarover niet geconsulteerd. Opmerkelijk, omdat de Groot toen hij directeur van de Nederlandse zuivelorganisatie was de boeren adviseerde om meer koeien te melken, omdat er ruimte was op de wereldmarkt. Hij was 180 graden van koers veranderd. Je mag je afvragen of hij enige verantwoordelijkheid voelt voor zijn advies vlak voor hij Kamerlid werd. In de werkgroep Landbouw zitten kundige en ervaren mensen die recht van spreken hebben over dit onderwerp en het Kamerlid zouden kunnen adviseren, maar Tjeerd de Groot neemt amper notie van die adviezen”.
Denkt D66 dat Nederland zelfverzorgend kan zijn
“Ik vind dat wij in Nederland op een domme manier naar dit vraagstuk kijken. We vinden ons zelf bijzonder, maar negeren daarmee Europa en denken het probleem in eigen land op te kunnen lossen, daarmee vergeten wij dat de landbouw functioneert in de interne markt met steun van het Europees Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Met andere sectoren profiteren wij economisch van onze strategisch sterke internationale positie en dan moeten we niet denken dat we wat landbouw betreft als een autarkie kunnen functioneren. Ten eerste: we hebben een eigen wetgeving opgebouwd zonder samen te werken met buurlanden die hetzelfde vraagstuk hebben. We hadden ook dezelfde vergunningverlening kunnen organiseren. En ten tweede: we zorgen voor vertragingen omdat we technologieën die elders in Europa goedgekeurd zijn niet accepteren en bedrijven met nieuwe technologieën dwingen om in Wageningen die technieken opnieuw te laten keuren. Al 10 jaar geleden werden in Denemarken nieuwe technieken geïntroduceerd om het stikstofvraagstuk aan te pakken en daarmee sluiting van boerenbedrijven te voorkomen. Vanuit mijn kennis en ervaring kies ik voor nieuwe technieken om het stikstof vraagstuk aan te pakken.”
We produceren te veel NH3 stikstof maar ook NOx stikstof
“Ik erken dat er een stikstof vraagstuk is. Uit berekening blijkt dat er op de wereld per mens 12 kilo stikstof (NH3 en NOx) jaarlijks beschikbaar is om binnen de grenzen van de planeet te blijven om het eiwit voor ons voedsel te produceren. In Nederland gebruiken we nu 24 kilo stikstof uit ammoniak (NH3) om eiwit te produceren en in Europa is dat zelfs 36 kilo stikstof. De stikstofgebruiksruimte is een gemiddelde, het is op de ene plek meer dan op de andere, maar per saldo gebruiken we te veel stikstof per persoon. Als we op aarde meer welvaart krijgen dan gaan mensen meer vlees eten en dan groeien we nog verder door de Planeetgrens voor stikstof, zelfs zonder NOx erbij te betrekken. NOx (stikstofoxiden) stikstof ontstaat door verkeer en industrie. Ik heb deze rekensom gemaakt toen ik duidelijk wilde krijgen hoe het vraagstuk in elkaar zit en hoe we dat kunnen vertalen naar Nederland. Wat moeten wij doen in Nederland zodat het bijdraagt aan de aanpak in Nederland en past in Europa en de wereld. Maar met de aanpak die de regering nu voorstaat om 25 miljard uit te geven en de veestapel te halveren blijft in Nederland 24 kg stikstof input nodig om jaarlijks voor iedere inwoner voldoende eiwit te kunnen produceren met hetzelfde dieet en gaan we er in heel Europa op achteruit, omdat het benodigde vlees elders geproduceerd zal worden.
We moeten efficiënter zijn met stikstof
Sanders gaat verder: “We moeten efficiënter met stikstof worden, dan pas worden we toekomstbestendig. Als we de doelstellingen van de overheid op een goede manier behalen dan kunnen we in Nederland terug naar 15 kg stikstof per persoon en dan doen we het beter dan gemiddeld in Europa en dan hoeft de veestapel niet te halveren, waardoor onnodig onrust in de samenleving is ontstaan. De veestapel zal sowieso verminderen als de vee-rechten van de boeren die willen stoppen uitgekocht worden door de overheid. Dan zal de veestapel dalen met 10 tot 15%. De 25 miljard zal onvoldoende zijn om alle bedrijven volgens de stikstofkaart op te kopen. Mensen hebben geen idee hoeveel het kost om een bedrijf op te kopen. Alleen al de grond is meer dan 25 miljard waard. Het wrange is bovendien dat vooral de landschap bepalende grondgebonden melkveehouderij met 1,4 miljoen koeien zwaar getroffen zal worden. Ik denk dat Tjeerd de Groot niet goed nagedacht heeft over de uiteindelijke effecten”.
Efficiënter zijn met stikstof door beter voer voor de beesten
“Nu valt ook nog de derogatie weg, de gunst van Europa om meer dierlijke mest op vruchtbare grond uit te mogen rijden dan standaard toegestaan in Europa. Het risico bestaat dat boeren dan meer kunstmest gaan aankopen en dat is het paard achter de wagen spannen. Om efficiënter te worden moeten we minder input in de koe stoppen en zorgen een goede output te houden. Dat betekent minder veevoer importeren en minder kunstmest gebruiken. Om een vergelijkbare hoeveelheid product te halen moet je efficiënter voer aanbieden. In veevoeder grondstoffen zitten verschillende componenten, sommige zijn nuttig, sommige niet nuttig en sommige zijn helemaal negatief nuttig. Je moet koeien alleen dat voer geven dat nuttig is en de niet nuttige delen moeten eruit gehaald worden. De niet nuttige delen kun je verkopen als grondstof in de bio based economy en dat levert geld op. Dus de veevoederleverancier moet aan de bak en zou haar grondstoffen moeten gaan raffineren. Grote veevoederbedrijven zien dat nog niet als hun taak, maar dat moeten ze wel gaan doen om ervoor te zorgen dat de stikstof uitstoot vermindert. We moeten toe naar een efficiëntere landbouw en niet alleen voor Nederland, maar ook voor Europa. Het veevoer moet substantieel verbeteren en dat kan bijvoorbeeld bij Grassa. Daar wordt gras geraffineerd in 4 segmenten, die verschillende waarden toevoegen voor het beest en het weiland. Als je die eiwitfracties vergelijkt kunnen we 50% meer dierlijk eiwit maken uit dezelfde hoeveelheid gras, dat komt omdat een koe nu niet zo efficiënt is. 25% van de grascellen gaan direct ongeopend door naar de poep. Bij het inkuilen van gras gaat ook 15% tot 20% verloren. Als je de koe verrijkt voer geeft dan heeft de koe ook minder voer nodig. Op die manier hebben we 50% meer opbrengst uit dezelfde hoeveelheid gras. Grassa maakt eiwit dat naar koeien, en een ander soort eiwit dat naar varkens en kippen gaat. Daardoor hoeven we minder soja te importeren. Daarmee kunnen we de stikstof kraan meer dicht draaien en bedenk dat er heel veel gras groeit in Nederland”.
Pak het stikstofprobleem toekomstgericht aan met de juiste innovaties
“De grens van de hoeveelheid stikstof wordt bepaald door wat de planeet aan kan voor waterkwaliteit, luchtkwaliteit en bodemkwaliteit, het ecosysteem oftewel de leefomgeving van ons allemaal. Zoals hierboven al gezegd mogen we per inwoner niet meer dan zo’n 12 kg stikstof input gebruiken om al het eiwit voor een jaar te produceren. Ik heb hierboven ook al een aantal technieken toegelicht waarmee we de stikstof efficiënter kunnen gebruiken. Vermijd hierbij zoveel mogelijk de technieken die het stikstof probleem ‘eind van de pijp’ oplossen. Een dergelijke aanpak vereist grote investeringen zoals in luchtwassers of stalvloeren, terwijl daarna voor jaren elk jaar kosten gemaakt moeten worden voor chemicaliën en een goed gebruik van de techniek zonder dat het iets oplevert. Veel beter zijn die technieken waarmee je als boer of ketenpartij voordeel kunt behalen uit het goed uitvoeren van de maatregel. Dan is er minder handhaving nodig dan bij ‘eind van de pijp’ oplossingen. Een boer in Brabant, die mest ophaalt bij zijn buren rekent af op basis van de droge stof in de mest. Hoe meer droge stof, hoe meer opbrengst met biogas uit de mestvergister er zal zijn. Wanneer je door bioraffinage van mest of van gras de opbrengst van de producten veel hoger ziet worden dan de waarde van de onbewerkte grondstof, dan zul je gemotiveerd zijn de technologie steeds optimaler uit te voeren”.
Aan het eind van het gesprek besluit Sanders: “We moeten juist onze kennis en techniek inzetten om met het vraagstuk om te gaan. Als je een nostalgische oplossing zoekt naar de landbouw van vroeger, met het idee dat wij het vraagstuk in Nederland zelf kunnen regelen, dan gaan wij het stikstof probleem zeker niet oplossen, maar dragen we wel bij het wereldvoedselprobleem te vergroten.
Voor meer informatie: https://grassa.nl/