Met de start van de Giro d’ Italia is de periode van de drie grote wielerronden weer begonnen. Door Corona was dat schema in 2020 verstoord, maar de liefhebbers kunnen nu weer hun hart ophalen en mogelijk ook weer langs de route staan in Frankrijk als de Tour langs komt. De Tour is immers de belangrijkste wielerronde en ooit won een Arnhemmer een etappe. Victor Droop, handtekeningjager hand nog geen handtekening van zijn plaatsgenoot die zijn etappe won in 1965. Hier volgt het verhaal op zoek naar een handtekening.
Door Victor Droop
Op de eerste zaterdag van mei rijd ik op de fiets de westkant het dorp Didam binnen. Het is er stillig, coronatijd, de winkels zijn gesloten. Ik ken Didam matig. Meestal rijd ik van Arnhem door naar Beek. Mijn fiets is een TC Liemers toerfiets, gebouwd door Joop Boxstart, bekend als ‘de Grimpeur’ , gelders kampioen wielrennen in 1963. Op deze fiets rij ik rond in het centrum van Didam, langs de statige dorpskerk op weg naar de Bloemenwijk. Vandaag heb ik een missie. In mijn handtekeningenboek van de Tour de France ontbreekt de handtekening van Cees van Espen. Ik heb er een van Merckx, van Hinault, Zoetemelk, Kuiper, Lubberding, Leon van Bon, Boogerd, Dumoulin, ja zelfs Gimondi en natuurlijk ook wijkgenoot Maarten Tjallingi. Maar de naam van Cees van Espen van 28 mei 1938, etappewinnaar uit Arnhem, ontbreekt. Dus ik ging op jacht!
Wie is Cees van Espen
Bij mijn zoektocht naar de wielergeschiedenis van Cees van Espen stuitte ik op het boekje: de Woorden en de Dingen van Michel Foucault. De grondlegger van het Franse structuralisme. Zoek niet naar losse flodders, maar naar verbanden, het verband tussen de dingen, hun structuur uitgedrukt in woorden. Deze woorden inspireerden mij om mijn zoektocht vorm te geven. Wat wist ik inmiddels? Cees van Espen is een geboren Arnhemmer, hij komt uit Sint Marten. Hij is relatief kort beroepsrenner geweest en trainde af in 1970, want hij was aan het werk gegaan als vertegenwoordiger. Ik was toen zeven. Hij stopte met zijn wielercarrière toen wij thuis nog geen televisie hadden. Logisch dat ik hem op tv nooit heb gezien. Hij ‘opereerde’ in een andere tijd. Van Espen was lid van wielervereniging Reto uit Arnhem en woonde toen tegenover het Provinciehuis in Arnhem en hij won een Touretappe in 1965 in het Franse stadje Châteaulin (Bretagne). Dat was wat ik via internet aan de weet kwam. Een Arnhemmer die een Touretappe heeft gewonnen, interessant. Dus op naar Cees van Espen.
Tour de France 1964
Om 13 uur arriveer ik bij Cees in Didam. Mevrouw van Espen doet open. “Cees is er niet. Hij is, wat zou je denken, aan het fietsen.” O logisch ja! Hoe laat is hij terug? “Dat weet ik nooit. Over een uurtje vermoed ik, kom dan maar terug.” Een uur later sta ik weer bij Cees op de stoep en we komen gelijktijdig de kamer binnen. Cees door de achterdeur, ik door de voordeur. Hij (83) ziet er nog steeds gesoigneerd uit zoals een wielrenner betaamt, in zijn Waanders fietsoutfit. Ik krijg koffie en we steken van wal. Wat weet jij nog van je deelnames aan de Tour de France? “Nou, ik was gevallen in de zesde etappe, zat daar bewusteloos”. Bewusteloos? En je had de dag ervoor nog gewonnen. “Nee, die val was in het jaar ervoor, in 1964. Toen heb ik 6 etappes gereden. Dat was mijn eerste Tour. In de zesde etappe viel ik van m’n fiets af. Ze zeiden dat ik een zonnesteek had”. Waar trainde jij toen? “Gewoon in Arnhem. Op de Veluwe. Naar Otterlo bij wijze van spreken, dan naar Stroe en Amersfoort. Ik zat bij de Televizier ploeg van Cees Pellenaars met Gerben Karstens, Jo de Roo, Henk Nijdam, de vader van Jelle, Leo van Dongen en Cees Haast.”
Overwinning in de 5e etappe.
In 1965 heb ik de 5e etappe gewonnen. We reden op een gegeven moment weg met vijf man. Eerst drie, maar er kwamen er later twee bij. In Châteaulin moesten we drie plaatselijke rondes rijden van 7,5 kilometer met daarin een klimmetje . Ik kon goed aankomen, maar een sprinter was ik niet. Moest er van tussen gaan om te winnen. Op die klim van de vierde categorie, zeg maar het niveau Posbank, ben ik gedemarreerd en ben ik alléén aangekomen met een voorsprong van ruim een halve minuut. De fotoboeken komen op tafel, aangeleverd door mevrouw van Espen. “Kijk hier Poulidor. Die reed ook mee. Felice Gimondi stond eerste in het algemeen klassement en ik tweede. Ik heb die plek lang vast kunnen houden. Jan Janssen werd zesde in de etappe die ik won en Hennie Kuiper tiende of zo”. Mevrouw van Espen: “ Dan zit je op de markt in Arnhem en je weet van niks. Plotseling kwam er iemand naar mij toe en die zei: je man heeft een etappe gewonnen!” En u was gewoon in Arnhem? “Ja, in die tijd mocht je als vrouw er niet naar toe en moest je maar afwachten”.
De Tour de France was in die jaren van een heel andere orde dan tegenwoordig. Nu kijkt de hele wereld mee maar toen moest je het als renner maar een beetje uitzoeken. De renners kregen bij de start een briefje mee met het adres van het hotel waar ze s avonds moesten overnachten. “Er gebeurden rare dingen in de grote rondes, zoals het verleggen van een finish. Ze hadden ergens een finish verlegd zonder dat de renners dat in de gaten hadden en dat gaf verwarring bij de aankomst”, vertelde Cees verder. Het werd een bijzondere ontmoeting en een mooie handtekening met een wielrenner die na zijn profcarrière aan het werk ging en zijn lidmaatschap van Reto opzegde om af te trainen, maar nu, bijna 83 jaar oud nog 3 uur fiets met een gemiddelde van 28 km per uur. Hij vertelt geamuseerd verder: “Gimondi is later trouwens fietsenmaker geworden”. Maar ik versla ze nu allemaal, want ik fiets nog! Jong geleerd, ouder gedaan”.