Afbeelding: De mogelijke opbouw van het tijdelijke containerhuis (bron: HoogteTwee)
Geen wijk waar zoveel en zolang over is gesproken als de zuidelijke binnenstad. Het gebied tussen het winkelhart en de Rijn heeft deuken opgelopen in WOII maar ook later door wisselende half uitgevoerde stedenbouwkundige visies. De ingrepen, hoe goed bedoeld ook, hebben hun sporen nagelaten, sommigen spreken van littekens.
De komst van Rozet, het Barokpark en het Feestaardvarken hebben laten zien wat mogelijk is. Maar een te groot deel ligt nog te wachten op verbeterplannen.
Hoe kan het gebied een adrenaline-shot krijgen zonder al te veel kosten te maken en zonder ons voor ‚eeuwig’ op het zoveelste plan te hoeven vast te leggen?
Zorgenkindje tussen water en winkels
De zuidelijke binnenstad is ooit een dicht bebouwd stadsdeel geweest. Foto’s van vlak voor de oorlog laten vanuit de lucht een gezellig samenstel van straten, huizen, loodsen en zelfs enkele fabrieksschoorstenen zien. Toch waren er nogal wat straatjes waar het leven zwaar was en veel armoede heerste.
De wijk in huidige staat is het resultaat van de turbulentie van de wereldgeschiedenis en de wisselende inzichten op haar toekomst. Het is ook de wijk van de gesneuvelde plannen: de haven, ArtA. Pogingen om deze plek een impuls te geven bleken uiteindelijk niet tot uitvoering te komen. Veel van de onlangs aangekondigde plannen, vooral op cultureel gebied, vinden buiten de zuidelijke binnenstad plaats. Behalve aangekondige sloopplannen op de Trans zijn er geen gepubliceerde plannen bekend voor dit deel van de wijk. Toch waren voor- en tegenstanders van eerst de haven en later ArtA, het er over eens: er moet nu een keer iets gebeuren. Maar wat?