Michael Manschot (50) formuleert nauwgezet zijn woorden. Als vermogens adviseur en daarvoor portfolio manager van een beleggingsfonds weet hij dat hij zijn woorden zorgvuldig moet kiezen. Michael, geboren in Enschede en opgegroeid in Arnhem heeft na het VWO op het Christelijk Lyceum (nu Beekdal lyceum) en een studie algemene economie aan de Erasmus universiteit in Rotterdam een carrière opgebouwd in de financiële wereld in New York. Al meer dan zijn halve leven woont en werkt hij op Manhattan. De loopbaan begon bij Furman Selz, later overgenomen door ING. Na meer dan 15 jaar samen met een partner een eigen hedge-fund gerund te hebben, werkt hij nu als adviseur. Tijdens een bezoek aan Nederland spreekt Buurtenregio met Michael Manschot.
Door Chris Zeevenhooven
“De inflatie waar we nu mee geconfronteerd worden is een gevolg van de combinatie van de monetaire en fiscale stimulans om het economisch effect van Covid op te vangen. Doordat de centrale banken schulden opgekocht hebben en landelijke overheden met steunfondsen werkten voor het bedrijfsleven is de economie tijdens de pandemie overeind gebleven. Over de hele wereld is met monetair beleid de rente verlaagd en zijn schulden opgekocht. In Europa is het vooral gegaan over het opkopen van schulden, want de rente in Europa was al laag.
De gevolgen van Covid voor de economie
Die stimulans van de economie vanwege Covid heeft geleid tot de huidige inflatie. Toen we midden in de pandemie waren zat iedereen verplicht thuis en werd er minder geld uitgegeven. Mensen waren bang hun baan te verliezen en hielden de hand op de knip, daardoor werd de dreigende inflatie door de maatregelen van centrale banken en overheden niet zichtbaar. Maar toen de pandemie voorbij was en de samenleving weer open ging, gingen de consumenten los met al het geld dat in de economie gepompt was. De nationale banken en de overheden hadden die maatregelen genomen omdat Covid zo bedreigend was voor de economie en de samenleving, daarom wilden men de economische gevolgen beperken met fiscale en monetaire maatregelen. Maar nu het voorbij is treft de inflatie de economie, dus de samenleving wel stevig”.
Problemen aan de aanbod kant
“Aan de aanbod kant van de economie zijn momenteel minder mensen aan het werk dan voor de pandemie. In de EU is dat beter gegaan omdat in de EU steun gegeven is om mensen in dienst te houden, maar in de USA zijn mensen gestopt met hun baan en er niet teruggekeerd toen er weer werk was. Bovendien zijn er ook mensen die nog steeds kampen met de gevolgen van Covid en niet meer of minder kunnen werken. Daardoor zijn er minder mensen beschikbaar om producten en diensten te leveren, terwijl de vraag snel aanwakkerde omdat iedereen weer wilde consumeren. Het gevolg is dat de prijs van de goederen en diensten omhoog gaat. Dat zorgt voor inflatie, want je betaalt meer voor hetzelfde product of dienst. Maar er zijn ook andere factoren die door de pandemie versneld in beeld gekomen zijn zoals de vergrijzing, mensen zijn eerder met pensioen gegaan en dragen niet meer bij. Alles wat minder geproduceerd wordt heeft te maken met het feit dat er minder mensen zijn om iets te maken en te distribueren”.
Het energievraagstuk en de oorlog in Oekraïne
“Het energievraagstuik is een geopolitiek vraagstuk. Als gevolg van de oorlog in Oekraïne en de steun van het westen aan Oekraïne en de macht van Rusland op de energiemarkt stijgen de energieprijzen. De prijzen van grondstoffen zijn de afgelopen periode onder druk geweest en waren laag, terwijl nu ineens door geopolitieke oorzaken en de plotseling grote vraag naar producten grondstoffen weer schaars zijn geworden en daardoor de prijzen stijgen. Door jaren met lage prijzen voor grondstoffen is er niet in de sector geïnvesteerd, dat duurt even nu de prijzen stijgen voordat er weer in geïnvesteerd wordt en de prijzen weer wat zakken”.
De gevolgen van inflatie voor de politieke verhoudingen
“Economisch vindt het proces wat er nu afspeelt zijn weg, maar wat de gevolgen zijn voor de politieke situatie in de samenleving is de vraag. Prijsstijgingen, inflatie, hebben gevolgen voor 80% van de bevolking en mensen zijn direct ontevreden want prijsstijgingen vinden consumenten in de consumentensamenleving niet fijn. Dat kan een negatiever effect hebben op de stemming in het land dan een werkloosheid van zelfs 10%, want dat treft een beperkte groep.
Politieke opportunisten, de populisten, zien dan hun kans schoon met het gevolg dat niet de beste oplossing wordt gekozen, maar de minder efficiënte oplossing. Of de burger zo ontevreden is dat die het vertaalt in het stemgedrag met verkiezingen dat gaan we zien. Maar het is zeker denkbaar dat populisten verkiezingen kunnen winnen als de inflatie lang aanhoudt. President Biden is impopulair mede door de hoge inflatie, daardoor heeft Trump een goede kans om in 2024 weer gekozen te worden. De inflatie van de jaren 70 heeft gezorgd voor een verrechtsing van het politieke klimaat in de jaren 80 met Thatcher en Reagan als politieke leiders”.
Twee voorbeelden van inflatie
“Mensen konden na de tweede wereldoorlog in de USA gespaarde warbonds uitgeven en dat had 3 jaar inflatie tot gevolg. De autoriteiten trokken daarna aan de rem en de productie van consumptiegoederen kwam weer op gang. Toen was het probleem snel voorbij. In de jaren 70 was er inflatie met gevolg dat werknemers looneisen stelden om de prijsstijgingen op te vangen. Er werd door het beleid gerekend met een inflatie van 5 tot 6 procent om het in te prijzen, met andere woorden de inflatie werd ingerekend in de modellen en dat had begin 80-er jaren een grote crisis tot gevolg met grote en langdurige werkeloosheid. Het duurde tot de 90-er jaren voordat het voorbij was. Dat betekende een hoop leed om de inflatie onder controle te krijgen, omdat er beleidsmatig uitgegaan was van een te hoge inflatie. Je moet er op tijd bij zijn om de inflatie weer in de hand te houden. Dat is nu de opdracht voor de autoriteiten. Niemand weet precies wat er moet gebeuren om het te beteugelen omdat er veel onzekerheden zijn. Maar de autoriteiten moeten proberen het beste te doen door bijvoorbeeld aan de rem te trekken als het nodig is”.
Aan de rem trekken om inflatie te beteugelen
“Aan de rem trekken betreft vooral de monetaire maatregelen door de rente te verhogen en de geld hoeveelheid te beperken. In de 70-er jaren is te laat aan de rem getrokken en de rem niet hard genoeg ingedrukt. De inflatie ging in het systeem zitten. De vraag is wat nu de juiste beslissing is, omdat de maatregelen effect hebben op de economie met mogelijk een recessie tot gevolg. Het is nodig om aan de rem te trekken, maar hoe hard en hoe lang is de vraag. Men verwacht nu dat de inflatie terug valt als de prijsstijgingen volgend jaar afzwakken, want de inflatie wordt berekend op basis van de prijzen van het voorgaande jaar. Het is zaak aan de rem te trekken zonder een langdurige recessie te veroorzaken, maar zoals gezegd dat is moeilijk. De beleidsmakers lopen nu wel achter met het nemen van maatregelen. Er is spanning op de arbeidsmarkt door geringe werkloosheid en de rente is nog rond 0 procent, terwijl de inflatie rond de 7 procent is. Er zal echt het een en ander moeten gebeuren en we gaan zien wat het oplevert, zeker gezien de geopolitieke problemen in de wereld wacht een spannende tijd”.