Samen wonen in Centraal Wonen, met zorg voor elkaar

foto Rinus Baak

“Samen wonen, samen zorgen”, dat is volgens Randy Nijenhuis, bewoner en ex-voorzitter van Centraal Wonen Arnhem de lijfspreuk van deze woonvorm. Centraal Wonen Arnhem bevindt zich aan de Sedumhof en de Loppersumhof in Arnhem-Zuid. Het complex bestaat uit 35 huurwoningen en wordt beheerd door woningcorporatie Portaal. Er zijn naast eengezinswoningen ook woningen voor alleenstaanden of samenwonenden. De vraag is nu of het concept van Centraal Wonen ook een werkbaar model is voor ouderen om samen met gezinnen en jongere mensen een prettige woonplek te hebben.

Door Gabrielle Zeevenhooven

Centraal Wonen is een landelijke verenging met een  ideologische doelstelling. Het samenleven staat hoog in het vaandel. Dit zie je ook terug bij Centraal Wonen Arnhem dat opgericht is in de 70- er jaren door mensen met een duidelijke idealen. Samen leven was net zo belangrijk, zo niet nog belangrijker dan leven in het eigen gezinnetje. De constructie is opgebouwd in clusters en ieder cluster had zijn eigen gemeenschappelijke ruimte, waarmee je binnen je cluster samen zou eten. Daarnaast was er ook een grote gemeenschappelijke ruimte voor het hele complex. Er zijn gemeenschappelijke fietsenhokken en de tuinen worden voor een groot gedeelte gemeenschappelijk onderhouden. 

Sociologisch experiment

Een van de uitgangspunten van de oorspronkelijke woongroep was dat iemand met een kleine woning na gezinsuitbreiding binnen het complex kon verhuizen naar een groter gezinshuis, terwijl iemand die juist minder ruimte nodig had de kleinere woning overnam zonder dat dit consequenties had voor de huur. Dus wonen naar behoefte.

Met de jaren zijn de idealen sleets geworden en de bewoners veranderd. Niet iedereen is meer zo enthousiast over de gemeenschappelijkheid. De aparte cluster-ruimtes hebben een andere functie gekregen, zoals gereedschapsruimtes. De vergaderingen worden vaker gemeden en de besluiten worden soms voor het gemak in kleine groepjes gemaakt. Er zijn mensen die geen lid meer willen zijn van de vereniging, terwijl ze wel in het complex blijven wonen. Samen wonen is moeilijker dan je denkt. Altijd overleggen voor er iets gebeurt is stroperig, de oudere bewoners hebben het steeds over vroeger, de jongeren willen gewoon wat doen of zijn druk met hun eigen leven en hun eigen gezin.

De rol van de woningbouwvereniging

Ook de rol van Portaal is veranderd. Waar de woningcorporatie bij de start van het project enthousiast was over deze vernieuwende woonvorm en dus ook veel extra ondersteuning bood, is dat veranderd naar een standaard beleid. Er is geen geld voor extra voorzieningen zoals een tweede rolstoeloprit, maar het allerbelangrijkste, de verhuizing binnen het project ‘om niet’ werd afgeschaft, waardoor mensen met een grote woning niet meer naar een kleiner appartement konden verhuizen zonder huuraanpassing. Dat betekent in de praktijk meer betalen voor een kleinere woning. Ook op Centraal Wonen Arnhem is er sprake van vergrijzing. Dat is van invloed op de draagkracht van de groep als geheel. Er zijn minder mensen en ze zijn over het algemeen ouder, dus wordt het onderhouden van de gemeenschappelijke ruimtes en de buitenruimtes een steeds zwaardere klus.

Extra aandacht voor kwetsbaren en minder draagkrachtigen

In het oorspronkelijke gedachtengoed, was het belangrijk dat er niemand werd buitengesloten. Arm, rijk, gezin, alleenstaand, jong of oud, maar ook gehandicapt, of ex-drugsverslaafd. Voor iedereen moest er een plek zijn in Centraal Wonen, en meer nog, de groep stond garant voor welbevinden en verzorging, idealiter tot het einde toe. Dat dit voornemen in de praktijk en met het verstrijken der jaren en het veranderen van de gemeenschap moeilijk vast te houden was, moet geen verbazing wekken. Een oude zieke bewoner helpen met zijn incontinentieluier is niet voor iedereen een vanzelfsprekend onderdeel van samen wonen.

Vernieuwende woonopties

Centraal Wonen in zijn huidige vorm staat nog steeds dicht bij het sociale experiment waar niet iedereen aan mee wil doen, maar er zijn wel degelijk aanknopingspunten voor vernieuwende woonopties. Randy Nijenhuis: “De hoeveelheid gemeenschappelijke ruimtes ten opzichte van het totale aantal huishoudens zou niet te groot moeten zijn. Gemeenschappelijke ruimtes kosten geld en moeten onderhouden worden. Datzelfde geldt voor de gemeenschappelijke tuinen en buitenruimtes. Zorg voor medebewoners zou zich kunnen beperken tot de gewone burenhulp, met als enige verschil dat je je buren beter kent. En zorg, met name huishoudelijke en lichamelijke zorg, zou in principe door professionele organisaties als de thuiszorg gedaan moeten worden”.

Verantwoord bouwen

De architectuur van de bebouwing beïnvloedt ook de mate van last die samenwonen met zich meebrengt. Op dit moment zijn gezinswoningen en éénpersoonshuishoudingen van het Centraal Wonen project door elkaar gebouwd en boven de gemeenschappelijke ruimte is een bovenwoning geplaatst. Dat betekent dat er flink wat geluidsoverlast is als er bijvoorbeeld een feestje is in de gemeenschappelijke ruimte. Voor een alleenstaande oudere die zijn klassieke muziek zit te luisteren kan een jong gezin naast of boven zich een voortdurende bron van herrie en dus irritatie opleveren. Als éénpersoonshuishoudens of ouderenwoningen in een apart woonblok gebouwd zouden worden, zou overlast beperkt kunnen worden. Terwijl de oudere medebewoner nog steeds een belangrijke bijdrage kan leveren aan het grote geheel.

Het huidige woningtekort komt voor een gedeelte doordat ouderen in hun relatief grote eengezinswoning blijven zitten, omdat een kleinere woning lastig te vinden is en vaak net zo duur of duurder qua huur. Daarbij opgeteld de verhuizing en het opknappen van de oude woning maakt het voor veel ouderen niet de moeite waard om te verkassen. Randy Nijenhuis:: “Binnen Centraal Wonen werd dat in eerste instantie opgelost door de verhuizing ‘om niet’ binnen het project. Totdat deze constructie door de woningcorporatie afgeschaft werd. Dus ook hier is de woningcorporatie aan zet om te zorgen dat ouderen weer gemakkelijker naar kleinere woonunits kunnen verhuizen maar wel kunnen blijven wonen in de woongemeenschap”.

Lusten en lasten

Centraal Wonen kan ons veel leren over de lusten en de lasten van hechter samen wonen dan wij tegenwoordig gewend zijn. Het sociale experiment is zeker niet voor iedereen weggelegd, maar een zekere mate van zorg voor elkaar en van betrokkenheid bij de mensen in je directe woonomgeving kan naast de onvermijdelijke strubbelingen veel woonplezier opleveren.