Aan de Koolstraat in het Arnhemse Klarendal, is in ateliercomplex Plint17 weefatelier Sjofoel gevestigd. Jolanda Rietdijk heeft misschien wel het kleinste weefatelier van Nederland. Van haar weefsels maakt ze kleding met een knipoog.
Van beurs naar de Kamer van Koophandel
Het begon toen Jolanda enkele jaren geleden tijdens de Arnhemse Stockdagen in de stad was en Plint17 bezocht. Na een verhuizing in 2005 vanuit het westen van het land naast haar baan als radiotherapeutisch laborant, weeft Jolanda veel in haar vrije tijd. Daar exposeert ze mee op verschillende (textiel) beurzen en creatieve markten. Haar zolder dreigde uit te puilen en ze zag in het atelier een mooie uitvalsbasis en ruimte om haar spullen neer te zetten en te kunnen werken. Jolanda ondertekende haar huurcontract toen het ateliercomplex al een half jaar open was. Zij schreef zich in bij de Kamer van Koophandel en runt naast haar werk in het Radboud ziekenhuis het bedrijfje Sjofoel. ‘Nu kun je – zelfs als je fulltime zou weven – niet leven van handgeweven stoffen; daar is geen markt voor. Ik ben aan het kijken of ik een weg kan vinden in de wereld van lezingen en workshops, deels buiten het Modekwartier.’
Wat is weven?
‘Schering en inslag’ wordt in onze taal gebruikt als ‘heel gewoon, vaak voorkomend’. Het zijn echter weverstermen: met schering worden de op het weefgetouw gespannen (‘geschoren’) draden bedoeld. De inslag is de draad die met behulp van een spoel tussen deze draden door gaat (bron: onzetaal.nl). De volgorde van de inslag bepaalt het patroon. Jolanda ontwerpt haar eigen patronen en weeft meestal met textiele materialen lange lappen van 9 tot 12 meter. Daarvan maakt ze bijzondere kledingstukken, zoals ‘ondersteboven’ jasjes en exclusieve jasjes met één armsgat. Van andere weefsels maakt ze sjaals, kussens en soms lijst ze weefsels ook in. Maar het weven is het belangrijkst voor haar: ‘Want daar gaat het om. Pas daarna bepaal ik wat ik er van ga maken, voornamelijk kleding die op meerdere manieren te dragen is; kleding met een knipoog. “Sjofoel” staat voor “show” en “fool” en is ook een samenvoeging van de namen van mijn kinderen. Een beetje gekkigheid laten zien!’, aldus Jolanda.
Ateliercomplex
Plint17 op de hoek van de Koolstraat en de Sonsbeeksingel is door Volkshuisvesting in 2015 gestart als ateliercomplex voor negen ambachtelijke ondernemers. De gezamenlijke ruimte is geen verkooppunt geworden, maar een plek voor huurders om bijvoorbeeld klanten te ontvangen, te lunchen en te vergaderen of workshops te geven. Jolanda: ‘Ik had hoop op aanloop vanuit het Modekwartier toen ik hier kwam. Maar zonder eigen voordeur en met de gemeenschappelijke voordeur meestal dicht, leent mijn ateliertje zich hier niet voor winkelend publiek. Mijn atelier is daarom op afspraak open en ik probeer daarnaast twee dagen in de week aanwezig te zijn.’
Ondernemen en een landelijk weefnetwerk
Jolanda probeert haar Sjofoel in de markt te zetten. Ze is lid van ondernemersvereniging DOCKS en hoopt dat met de opening van Eetwinkel Stroom bij het Velperpoortstation er meer beweging komt in dit stukje Modekwartier. ‘Mensen vinden het in ieder geval wel logisch dat ik hier zit. Maar als ik naar beurzen ga of elders in het land workshops of lezingen geef (en dat gebeurt steeds meer!), kan ik niet hier op de Sonsbeeksingel zijn. Ik ben hier graag. Een eigen werkplek waar je blij van wordt, zelf bepaalt wat waar staat en je niets hoeft te delen; ik vind het een wereldplek!’
—–
Dit artikel als onderdeel van een serie, wordt aangeboden door Stichting Project aan ondernemersvereniging DOCKS. ‘De ondernemers verdienen bredere communicatie en een breder publiek’, aldus Chris Zeevenhooven, voorzitter van DOCKS.
Tekst en beeld Zefanja Hoogers