Een groep van 14 leden van de Vrienden van Sonsbeek wandelen door Sonsbeekpark om uitleg te krijgen van parkbeheerder Jan Floor en beleidsmedewerker Rob Borst van bossen en parken van de gemeente Arnhem. Er wordt door bureau Strootman gewerkt aan een nieuwe beheervisie en de gemeentemannen zijn de nieuwe uitvoerders aan het roer. “We voeren in Arnhem, sinds het nieuwe college van B&W, een natuurvolgend beheer. De natuur mag aangeven wat de route moet worden. We gaan er niet tegen vechten, maar meebewegen en daarmee gaan we bijvoorbeeld ook om met het stikstofvraagstuk” zegt Rob Borst.
Door Chris Zeevenhooven
Nog voordat we aan de wandel gaan komt het voorstel van Alex van Hooff, directeur van Burgers ’Zoo en kunstenaar Florentijn Hofman ter sprake om het Feestaardvarken neer te leggen op het terrein tussen Watermuseum en Molenplaats. De aanwezigen vinden het een mooie geste, maar of die plaats geschikt is en voor nog meer aanloop zorgt is een goede vraag.
Blijven de koeien in Sonsbeek?
Na het vertrek bij Molenplaats lopen we tussen de watermolen en het bezoekerscentrum door en volgen het pad langs de Jansbeek. Het water kabbelt rustig en de meerkoeten trekken zich niets aan van de wandelaars. Borst maakt een draai met een weids armgebaar en wijst naar de weilanden waar de koeien, waar Sonsbeek beroemd om is, nog grazen. De natuurbeheerders willen eigenlijk liever geen koeien meer in de wei, want die zorgen voor te veel stikstof. De scheidslijn tussen natuur en boer wordt ook hier strakker getrokken. Agrarisch natuurbeheer staat verder van boswachters af. Op de weilanden in Sonsbeek wordt één keer per jaar ruige mest uitgereden. Die mest zorgt juist voor meer biodiversiteit, doordat er plantjes kunnen groeien en bloeien en de kringloop in de natuur vorm krijgt. De koeien in Sonsbeek aan de rand van het centrum zijn uniek in Nederland en beeldvormers voor Arnhem. Iedereen beaamt dat de weilanden met koeien onder de Witte Villa prachtig zijn en de bosrand daar een mooi decor bij vormt. De hooilanden worden niet meer bemest en bergen nu het kwelwater wat uit de grond omhoog komt van de hogere delen van het park.
Droge zomers zorgen voor minder water
De hoeveelheid water dat nu nog vrolijk door de beek stroomt en de vijvers vult neemt wel gestaag af. Het debiet van de Jansbeek is de afgelopen jaren gehalveerd. Het meeste water komt uit de bodem van park de Gulden Bodem en komt naar boven in de spreng aan de Zypendaalseweg. De verandering van het klimaat heeft ook gevolgen voor het park. De lange droge periode in de zomer zorgt voor watertekort voor bomen en planten en als het gaat regenen, dan regent het zo hard, dat het water direct de heuvels afstroomt en niet in de bodem zakt om het grondwater te voeden. Het snelstromende water neemt zand en humus mee naar beneden. Met houtwallen wordt geprobeerd het water vast te houden. Floor schraapt met zijn schoen over de bodem als we hoger op in het bos zijn aangekomen. De bodem is hard en lijkt een ondoordringbare laag. “Daar kan het water nooit doorheen”. De beukenbomen die erom heen staan zorgen voor een machtig maar monotoon beeld en geven geen ruimte voor andere begroeiing en een rijkere bosbodem.
Boompjes kappen voor ruimte voor diversiteit
Elders in het park zijn IVN vrijwilligers bezig om jonge bomen om te zagen en zo meer open plekken in het bos te maken waardoor er weer licht op de bodem komt en zaad wat in de bodem zit kan kiemen zodat er een meer gevarieerd bos ontstaat. Dat is goed voor de biodiversiteit en dat is een van de grote aandachtspunten van deze tijd. “We moeten goed nadenken hoe we zorgvuldig met dit mooie park omgaan” zegt Borst, “we leven met veel mensen in Nederland en ook in Arnhem groeit het aantal inwoners. We hebben allemaal schone lucht en schoon water nodig om te leven, daarom moeten we de natuur hier ruimte geven om te zorgen dat de natuur die grondstoffen kan geven”.
Boompje groot plantertje dood
Na de laatste uitleg lopen we in groepjes terug naar het startpunt van de wandeling. Mooi te ervaren dat betrokken en kundige mensen zich verantwoordelijk voelen voor de monumentale parken en de bijzondere natuur van Arnhem. Goed dat er beheer gevoerd wordt en het is te hopen dat de beheerders tijd en ruimte krijgen om dat met zorg en geduld te doen, want ‘boompje groot plantertje dood’. Het is de volgende generatie die er dan van geniet. De beheerders zouden meer agrarisch natuurbeheer kunnen gebruiken om biodiversiteit te bevorderen. Maar ach, Sonsbeek blijft het mooiste stadspark van Nederland.
Website Vrienden van Sonsbeek: https://sonsbeek.nl/ Donateurs (15,= euro per jaar) krijgen 4 keer per jaar het Sonsbeek Bulletin