De Geitenkamp verloor in de jaren ’90 beetje bij beetje de allure van die wijk met dat dorpse gevoel. De omgeving verloederde en er werd gevreesd voor de toekomst van de winkels op het Marktplein. De buurtscholen kampten met teruglopende leerlingaantallen en in het wijkcentrum werden de activiteiten matig bezocht.
door Bob Roelofs
De oplossing was een uitbreiding van de wijk, waardoor ook het patroon van de eenzijdige bevolkingssamenstelling moest worden doorbroken. De locatie Beukenlaan-Noord, een groen weidegebied tussen Schelmseweg en Beukenlaan, leek het antwoord te zijn op de vele wijkproblemen. De Geitenkamp kon met deze nieuwe uitbreiding groeien tot aan de Schelmseweg. Hier zouden circa 500 duurdere woningen moeten komen. Het spiegelbeeldig bouwen werd geïntroduceerd: naast de goedkope bestaande bouw werden dure huizen neergezet. De eigenaar van de grond, De Drie Gasthuizen, was bereid dit aan de gemeente te verkopen.
Arnhem onderzocht of er vóór 2000 ruim vijfduizend woningen gebouwd konden worden. Beukenlaan-Noord zou aan dit gewenste aantal een fikse impuls geven. Het werd gezien als inbreiding, bouwen in de bestaande stad. De gezichtsbepalende boerderij moest in de plannen wijken voor de woningbouw. De corporaties gaven aan dat Beukenlaan-Noord onmisbaar en noodzakelijk was voor het Arnhemse volkshuisvestingsbeleid.
De animo om naar Arnhem Zuid te verhuizen, was niet bijster groot. Met het project Beukenlaan-Noord konden de mensen die een duurdere woning konden betalen, in hun wijk blijven. Voor het uitbreidende Geitenkamp zouden dan ook de winkels, scholen en wijkcentra meer overlevingskansen krijgen. Het beoogde gebied lag echter in het Centraal Veluws Natuurgebied. Hoe bijzonder was deze plek?
De voorstanders van het plan wezen op het feit dat de wegen, zoals de A12, bewezen dat het allang stedelijk gebied was. De tegenstanders zagen de bijzondere, natuurlijke details langs de randen, wegbermen en beplantingsstroken. Geologen wezen op het unieke karakter van dit in de ijstijd gevormde oer stroomdal. Stichting Gelders Landschap sprak haar zorg uit en noemde het bouwen aan deze noordkant van Arnhem een trendbreuk. Vereniging Stadsschoon keerde zich ook fel tegen de plannen voor Beukenlaan-Noord, omdat deze woningbouw een verstoring van het mooie, landelijke vergezicht tot gevolg zou hebben. Wethouder Lenferink kreeg echter voldoende politieke steun en Beukenlaan-Noord kwam op de lijst van potentiele woningbouwlocaties te staan. Stedenbouwkundige Sietske Heddema tekende vervolgens het gehele gebied verder in met een ontsluiting vanaf de Schelmseweg.
(Tekst loopt door onder afbeelding)
De nieuwe wijk keerde zich daarmee af van de bestaande Geitenkamp. Zodoende kon geen extra draagvlak worden verwacht voor de voorzieningen in de Geitenkamp. Wijkmanager Chris Zeevenhooven pleitte, samen met stedenbouwkundige en adviseur van het wijkplatform Peter Koelewijn, voor een vergietmodel. Hierdoor zou op een natuurlijke manier Beukenlaan-Noord met de Geitenkamp verbonden worden. De belangrijkste koppeling zou plaats moeten vinden door een doorbraak in de bebouwing aan de noordzijde van het Schuttersbergplein. In de wijk zelf was er, behalve bij de ondernemers, geen draagvlak voor Beukenlaan-Noord. In de Arnhemse Courant van 26 augustus 1995 werd een 12-jarige jongen uit de Beukenlaan geciteerd die op de informatieavond over het plan het woord nam: “Ik wou later als ik groter was op de Beukenlaan gaan wonen. Maar als u huizen voor ons huis gaat bouwen, is mijn toekomst weg”.
Het wijkplatform kwam met een toekomstvisie, Geitenkamp, dorp in de stad, waarin de Saksen Weimar kazerne als woningbouwlocatie werd gepresenteerd. De bewoners waren het eens met bouwen boven de Beukenlaan, maar dan ten westen van Valkenhuizen, de locatie Saksen Weimar kazerne. Een goede ontsluiting zou de Geitenkamp een gevarieerd wijk maken, waardoor de scholen en winkels veel beter konden gedijen. De provincie vond de Beukenlaan-Noord uiteindelijk ook overbodig. Arnhem werd gesuggereerd dan maar eerder met de bebouwing van Schuytgraaf te beginnen. De Saksen Weimar kazerne bleek toch een veel beter en minder omstreden alternatief te zijn. Het wijkplatform Geitenkamp had de regie gepakt en de plannenmakers met succes op het juiste (draagvlak) spoor gezet.
Dit jaar zal bij uitgeverij Matrijs het boek ‘De Was Buiten Hangen’, een beeld van Arnhemse Kwesties 1970-2000 verschijnen.
Dit artikel is een voorpublicatie en maakt duidelijk dat de bewoners van de Geitenkamp zelf de regie in het dossier Beukenlaan-Noord hebben gepakt. Het resultaat mag er zijn!
Bob Roelofs (1956) is een geboren en getogen Arnhemmer. Hij is historicus en schrijft regelmatig over de Arnhemse en Gelderse geschiedenis. De auteur werkt sinds 2003 als griffier van Provinciale Staten van Gelderland. Hij was daarvoor werkzaam in het onderwijs en zat namens D66 in de gemeenteraad van Arnhem (1999-2003).