Alle kennis – van iedereen in de stad – samenbrengen om zo van Meinerswijk wat moois te maken. Dat is de Sonsbeek-methode, die zo nuttig bleek bij het opknappen van Park Sonsbeek. Zoals het daar werkte, gaat het in Meinerswijk en op de Stadsblokken ook werken. Daarvan is boswachter Jeroen Glissenaar overtuigd.
In Sonsbeek werd ook een hoop geld geïnvesteerd, jaren terug, vertelt Glissenaar. Toen veranderde ook het beheer. ‘Tot dan maaiden we het gras en staken we de kanten als onderhoud’, vertelt hij. De gemeente deed verder niet zoveel, behalve in onveilige situaties. De acceptatiegraad bij gebruikers voor veranderingen was niet zo hoog, juist omdat iedereen het park als het eigen park zag.
De boel op orde
Maar er stonden drie soorten bankjes en drie soorten vuilnisbakken, er was veel graffiti: er mocht wel meer gebeuren. De Sonsbeek-methode bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste moet de basis op orde zijn, het moet schoon, heel en veilig zijn. ‘Dus we hebben de vuilnisbakken en de bankjes vervangen en de graffiti verwijderd.’
Het tweede onderdeel is een park geen museum is, maar dat gebruik door mens, dier en plant telt. Wat ook weer betekent dat niet het hele park druk is. Zo lopen veel mensen tussen de Witte Villa en het Sonsbeekpaviljoen, maar je hebt ook hele rustige plekken, legt Glissenaar uit. ‘Zo zul je dat in Meinerswijk straks ook zien, drukkere en rustige zones.’
‘We hebben vervolgens iedereen die kennis had, bij het park betrokken.’ De vrienden van Sonsbeek bijvoorbeeld. De vleermuizenwerkgroep is gevraagd met een bat-detector te kijken waar de vleermuizen het meest verbleven. Na een jaar of vijf werken was de acceptatiegraad een stuk hoger en kon Sonsbeek heringericht worden.’
Iedereen bij Stadsblokken-Meinerswijk betrekken
In een gebied als Meinerswijk zou het ook goed kunnen werken om iedereen te betrekken, iets wat gemeente en projectontwikkelaar de Arnhemmers ook vragen.
Bijvoorbeeld: de Stichting Project heeft in 1998 een vogeltelling gedaan, ter gelegenheid van 100 jaar Sonsbeek. Glissenaar: ‘Dat zou je zo weer kunnen doen met de vogelwerkgroep en IVN bijvoorbeeld. Je moet alle belanghebbenden op een onderwerp er bij betrekken, zoals de Vrienden van Meinerswijk, natuurwerkgroepen, en het IVN.’
Dat geldt ook voor het nadenken over het kuddebeheer. Nu lopen er Koniks en Gallowayrunderen rond. De koeien en paarden kunnen straks van de uiterwaarden op de Bakenhof zo via de Stadsblokken naar Meinerswijk lopen en weer terug waar ze zelf behoefte aan hebben! Hoe uniek is dat midden in je stad?’
Solide visie Meinerswijk
Glissenaar heeft hart voor de natuur en juist daarom is hij voorstander van de uitgangspunten waar Arnhem straks over stemt. ‘Het is heel duidelijk en solide. Met de natuur die zich daar ontwikkelen kan, ontstaat er een groot natuurgebied van Meinerswijk tot aan de Bakenhof. Voor Arnhem is het een prachtige aanvulling op Park Sonsbeek en het Immerloopark.’
Beter voor de natuur
‘Ik weet dat veel mensen denken dat het beter is het te laten zoals het is. Maar dat is niet zo. Ook de huizen zijn niet slecht. Steden en bewoonde omgeving trekken juist meer dieren aan, omdat er meer voedsel is te vinden. De nieuwe natuur kan veel insecten en planten aantrekken, met een ‘Ja’ stemmen de mensen voor meer en betere natuur. Daar doen die woningen niets aan af.’