Het oude beursgebouw van Wall Street in New YORK met er tegenover de Federal Hall is een toeristische attractie van formaat in Manhattan. Vanaf de federale hal kijkt George Washington, de eerste president van de Verenigde Staten (toen 13 staten) naar het symbolisch financieel centrum van de wereld. In de federale hal is in een expositie iets te zien van de avonturiers uit Nederland die het lef hadden om zich in de nieuwe wereld te vestigen aan o.a. de Walstraat. Vrijheid van godsdienst was niet de drijfveer voor de Nederlanders in tegenstelling tot de Engelsen die zich in New England vestigden. Manhattan was ooit het nieuwe Amsterdam in Amerika. Dit speelde allemaal 400 jaar geleden.
Van Walstraat naar Wall Street
Nu is die plek in New York het financiële centrum van de wereld met de symboolfunctie van het beursgebouw waar nog steeds een gedeelte van de handel plaatsvindt. De meeste handel gebeurt tegenwoordig via computers en is gekoppeld aan een netwerk van activiteiten in New York. Het levert werkgelegenheid in een veelheid van sectoren die allemaal verbonden zijn met die activiteit. Door de transacties wordt de waarde bepaald van verschillende bedrijven en die waarden bepalen voor een groot deel ons economisch leven. O.a. pensioen en verzekeringen worden vastgesteld aan de hand van die waarderingen.
Hoe kun je er nu op terugkijken en wat zou je nu kunnen verwachten in de toekomst. De crisis van 2008 staat iedereen nog in het geheugen gegrift, maar sinds de dertiger jaren is er gemiddeld genomen een goed beursklimaat geweest. De crises worden veroorzaakt als mensen in goede tijden geen rem meer kennen. De internet crisis van 2000 is veroorzaakt door te grote verwachtingen van die sector, maar het was privé gefinancierd en had daardoor geen groot effect op het maatschappelijk leven. De rentes zijn daarna laag gehouden door de centrale banken en de werkende mensen zorgden na die crisis voor een spaaroverschot. Daardoor ontstond de vastgoed crises van 2008. De bubbel die daar aan vooraf ging is gefinancierd met geleend geld en dat heeft een veel groter effect gehad op het maatschappelijk leven toen de schulden niet afgelost konden worden. De overheden moesten bezuinigen door de economische effecten van de laatste crisis. De waarderingen gingen naar beneden, de overheidsinkomsten gingen omlaag en de kosten omhoog door werkloosheid en uitkeringen. (De redding van de banken door de overheid is uiteindelijk een redelijke investering geweest en met rente terugbetaald).
Is de beurs te ver doorgeschoten?
Tot op heden heeft de beurs ons over een langere tijd meer welvaart gebracht, maar de vraag is of het te ver is doorgeschoten. De beurs moet een afspiegeling zijn van de economie, maar als de beurs groter wordt dan die echte economie zelf en steeds meer een eigen (casino) leven gaat leiden dan is dat de nieuwe bedreiging. De klanten hebben steeds minder idee wat precies de producten van de beurs zijn.
Voor de komende tijd is het beeld dat de demografische cijfers van de westerse wereld uitwijzen dat steeds minder mensen werken, de baby boomers stappen uit het arbeidsproces en gaan met pensioen. Er komt minder vraag op de markt, de persoonlijke uitgaven verminderen. Er is wel meer behoefte aan dienstverlening en gezondheidszorg. Waar voorheen de groei sterk gelieerd was aan gunstige demografische cijfers van babyboomers die stevig spendeerden is die situatie nu omgekeerd.
Mijn zegsman Michael Manschot, analist en financieel adviseur uit het financiële hart van de wereld verwacht geen grote groeicijfers meer. Hij zegt dat het een situatie van doormodderen zal worden.
Het gaat om demografie
Demografisch is de groei eruit. Eerst wordt nog gedacht aan het efficiënter maken van processen maar dat idee van alles beter maken lukt maar marginaal. Iedereen is bezig met het voordeel voor zich zelf eruit te halen, maar de te verdelen marge zal niet meer groeien. Het gevaar voor de samenleving en de organisatie van de economie wordt nu veroorzaakt door populistische politici die zeggen dat er toch nog wat extra’s te verdelen is. Zij beloven een grotere te verdelen pizza, maar de demografische cijfers geven aan dat dat niet meer kan. De efficiency is eruit geknepen. De productiviteitscijfers zijn in de USA tussen 0 en 1 procent.
Bill Clinton sprak de historische woorden dat het in zijn verkiezingen ging om “economics, stupid“. Maar dit keer zal iemand helder moeten maken dat het om de demografie gaat en als we dat erkennen, dat we dan nog een lange tijd prima door kunnen leven in de Westerse samenleving.