De boer en de psychiater: “De mens heeft de context van natuur en boerderij nodig om te leven”

links boer Arie van den Berg en rechts psychiater George van der Hooft

Het is een warme middag in mei als psychiater George van der Hooft (84) en melkveehouder Arie van den Berg (71) aanschuiven aan de keukentafel op boerderij Hoeve Ackerdijk tussen Rotterdam en Delft. Petra van den Berg, de vrouw van Arie, maakt koffie en schuift aan om te praten over de betekenis van een boerderij zo dicht bij de stad.

Door Chris Zeevenhooven

Boeren van Hoeve Ackersdijk

Arie en Petra zijn nog steeds actief op de boerderij, zoon Bas werkt  mee en neemt de boerderij over, maar het boeren zit Arie en Petra zo in het bloed dat het moeilijk is om los te laten. Hoeve Ackersdijk is al 25 jaar een biologisch bedrijf met 90 dubbeldoel koeien, niet alleen voor melk, maar ook voor vlees. Ze gebruiken 75 hectare weiland en een stuk natuurland. Daarnaast maken ze kaas, die in Rotterdam verkocht wordt. Op de boerderij is ook een kinderdagverblijf waar kindertjes uit de stad iets kunnen leren van het boerenland.

De psychiater, de mens en de natuur

George van der Hooft, die woont in Rotterdam-Overschie, was tot voor kort actief als psychiater. Hij heeft veel met langdurig psychiatrische patiënten gewerkt, maar in zijn eigen praktijk ook met patiënten die ondanks psychische problemen wel in de samenleving functioneren. Hij is als geen ander in staat om iemand zijn of haar verhaal te laten vertellen en te leren werken aan het vinden van een eigen weg in het leven. In dat proces van heling ziet Van der Hooft het belang van contact met de natuur. “De mens komt voort uit de natuur en heeft de context van de natuur nodig om mens te zijn. Door de enorme verstedelijking zoals in Rotterdam en omgeving waar zo’n 2 miljoen mensen wonen, kunnen mensen makkelijk vervreemden van wie ze zijn, met allerlei gevolgen”.

Boer en burger verbinden

Arie van den Berg is een periode hoogheemraad, oftewel een soort wethouder, van waterschap Delfland geweest. Een groot waterschap met Den Haag, een deel van Rotterdam en het Westland. Arie deed dat naast het boeren. Het was voor hem een carrièrestap door verantwoordelijkheid te nemen. Hij vindt het belangrijk om boer en burger samen te brengen. Arie heeft zich ingezet om het groene gebied van Midden Delfland waar de A4 nu doorheen snijdt groen te houden. Hij was één van de initiatiefnemers om boeren ook te belonen voor de zorg voor weidevogels. Hij heeft meer dan 20 jaar geleden de agrarische natuurvereniging Vockestaert opgericht om die beloning voor weidevogelzorg te organiseren. Op Ackershoeve zijn weidevogels voor iedereen te bewonderen.

De groene longen van de stad

In de afgelopen decennia is Nederland enorm veranderd en dat hebben Arie en George aan den lijve meegemaakt, de verandering van een agrarische naar een stedelijke samenleving. Er kwam steeds meer bedrijvigheid rondom de haven van Rotterdam. Dat bood meer en meer werkgelegenheid en dat trok mensen naar de delta van Nederland en steeds weer ten kosten van de groene omgeving. De grote steden hebben zich stelselmatig uitgebreid in de weilanden rond de stad. Ook aan de randen van voorheen typisch agrarische dorpen werd gebouwd, naast alle groene ruimte die is ingenomen door wegen en bedrijventerreinen. Burgemeester Aboutaleb zegt volgens Arie dat Midden Delfland nu de longen voor Rotterdam zijn en hij vervolgt: “Er is hier nog een gebied van 4000 hectare van open landschap en dat geeft rust en ruimte”.

Mensen hebben open ruimte nodig

“Mensen hebben open ruimte nodig” benadrukt Van der Hooft, “dat kun je met je gezonde verstand begrijpen”. Psychiatrische ziekenhuizen werden vroeger in het buitengebied gebouwd, want daar hadden mensen rust en ruimte en konden ze beter functioneren. Dat waren zelf-supporting gemeenschappen met allerlei landbouw activiteiten en ambachten. In de 70 jaren wilden we die soort psychiatrie niet meer. Het veroordeelde mensen tot een buitengesloten leven, zodat ze juist niet meer in de samenleving konden functioneren. Daardoor verdwenen die voorzieningen en kwamen psychiatrische patiënten in de stad wonen. Maar daarmee was het goede van die voorzieningen, namelijk rust, ruimte en regelmaat voorbij. Het was doorgeslagen, maar wat goed was aangevoeld was dat psychiatrische patiënten wat te doen moesten hebben, zoals werken in de tuin, met ambachtelijk werk en op de boerderij. Toen de patiënten terug gingen naar de stad wisten ze niet meer wat ze moesten doen en werd het hangen in woonvoorzieningen. De patiënten waren hun structuur kwijt en ze kregen bruine vingers van het roken. In die tijd ontstond de zorgboerderij en daar waren Van der Hooft en zijn collega’s blij mee, want er kwamen weer plekken waar mensen wat te doen hadden. De zorgboerderijen zorgen daarvoor, ze zijn van groot belang voor de patiënten en voor de samenleving.

Steeds minder mensen hebben een band met de boer(derij)

Nu, op weg in de 22e eeuw, verdwijnt de boer steeds verder uit de samenleving terwijl de stad verder groeit. Er moeten weer honderdduizenden woningen gebouwd worden om iedereen te huisvesten. Daarvoor is opnieuw weiland nodig. Dat maakt de vraag actueel of moderne stadsbewoners die groene ruimte met boerderijen nog wel nodig hebben. “Het lijkt soms dweilen met de kraan open, er zijn steeds minder kinderen die nog een binding hebben met een boerenbedrijf in de familie”. Op het kinderdagverblijf op Ackershoeve zien ze dat kinderen niet weten waar de hamburger of het ei vandaan komt anders dan uit de supermarkt. Daarom leren ze kinderen eieren te rapen in het kippenhok. Er werken inmiddels 17 medewerkers in de kinderopvang en er komen meer dan 100 kinderen op de boerderij. ‘Als ik kinderen bij kan brengen dat een ei van de kip komt, dan ben ik al heel bij”, zegt Petra. “Alle ouders die hier hun kinderen brengen vinden het geweldig en houden van de boerderij en je hoort nooit een negatief woord”. Alleen het is onmogelijk om alle Rotterdammers dat beeld van de boerderij bij te brengen. De boerderij is het minst rendabele deel van het bedrijf, maar wel de basis met de open ruimte voor de andere activiteiten.  

“In de natuur zit je niet in visitehouding”

“In de natuur werken, zoals in de landbouw en het omgaan met dieren dat vraagt structuur. Dat geeft duidelijkheid”, zegt Van der Hooft. “Ik vraag geregeld aan patiënten: Wandel je wel eens, doe je aan sport in de buitenlucht, want wandelen of fietsen door de natuur geeft rust. Als je samen wandelt kom je tot een ontspannen gesprek. Je zit niet in een visitehouding”. Sociaal is wandelen heel goed. Je bent even uit de massa van de stad. In Coronatijd hebben we gezien hoe belangrijk het is dat er gewandeld wordt. De wandelaar heeft de boer nodig om het boerenland te kunnen ervaren.

De boer bij de stad moet anders kunnen boeren

Arie reageert: “Het vraagt ook iets van de boer in de buurt van de stad. Het vraagt een nieuwe generatie boeren met een ander type bedrijf. Die boer wil ook vrije tijd en niet meer 7 dagen in de week 2 keer per dag melken. De boer moet ook als medestadsbewoner kunnen leven. Het moet moderner met behulp van een robot, maar wel zo dat de burger uit de stad het boeren kan ervaren. Mensen klagen wel eens over te grote stallen, maar die grotere stallen zijn nodig omdat de koeien tegenwoordig loslopen in de stal en zelf de robot opzoeken om gemolken te worden in plaats van dat ze allemaal op een vaste plaats staan. Boeren moeten ondernemer kunnen zijn. Het gaat om kapitaal intensieve bedrijven met een hoge grondprijs die geëxploiteerd moeten worden. In de omgeving van de stad heb je een andere boeren onderneming met andere producten en diensten ook ten behoeve van de stad. Het is haast onmogelijk om daar alleen met het boeren van te leven. De bedrijfsverbreding is broodnodig. Maar de overheid moet die boer wel de mogelijkheid bieden om dat te kunnen doen. Als dat lukt dan blijven er groene gebieden rondom de stad waar boeren kunnen werken en waar rust en regelmaat te vinden zijn. De overheid zou duidelijkheid moeten geven waar de komende periode huizen gebouwd gaan worden en gebieden waar verder geboerd kan worden. “Dit gebied waar wij zitten in Midden Delfland is eigenlijk een heel groot groen stadspark waar mensen vanuit de stad adem kunnen halen en tot rust komen” benadrukt Arie. Ook de moderne mens heeft groene ruimte nodig om te leven en daar kan de boer een rol in spelen..