Oude stadjes tegen de helling aangeplakt aan de oever van een rivier. Dat is de charme van Frankrijk. Daar ga je op het terras zitten voor een lekkere koffie met een taartje dat je kunt kopen bij de bakker in de buurt om het daar aan de rivier op te eten. Fietsen door Frankrijk is op die manier een genot, zeker als het goed fietsweer is en de kleine (witte) wegen zich vloeiend aaneen rijgen. Glooiend landschap, een veld vol zonnebloemen en grazende koeien, die met de kalfjes in weilanden met kruidenrijk grasland staan. Met de kaart en de nummers van de wegen kun je op die manier het land op allerlei manieren doorkruisen. In een aantal regio’s vraagt het fietsen een extra inspanning door overweldigende bergen met ook weer een schitterend wegennet, vergezichten, wilde stromen en beroemde cols van de Tour. Welke fietser wil dat nu niet. Dit alles heeft zijn topervaring met schilderachtige stadjes, kleine cafeetjes en restaurants met terras en met een camping municipal op loopafstand om weg te dromen in de wereld van vroeger.
Door Chris Zeevenhooven
Laat ik helder zijn, het is inmiddels de wereld van vroeger. Dat oude beeld van die stadjes en dorpen bestaat niet meer. Het boerenland in Frankrijk is bijna dood. De bevolking vergrijst en de jonge mensen verlaten de plaatsen en stadjes met het gevolg dat er veel huizen niet bewoond zijn. Het erfrecht maakt het ingewikkeld om huizen te verkopen, maar de hoofdzaak is dat er geen animo meer is om de huizen te bewonen en te onderhouden. Mensen willen niet meer wonen in de oude behuizingen op het boerenland. Daarbij zijn alle economische activiteiten en de voorzieningen in die plaatsen verdwenen.
De supermarkten zuigen de lokale economie leeg
De Super U’s hebben aan de rand of net buiten de bebouwde kom van de stad een weiland ingericht om geld te verdienen en alles te verkopen wat mensen nodig hebben tot en met de benzine voor de auto, tenminste 12 uur per dag en ook op zondag.
(Tekst loopt door onder foto)
De traditionele winkelsluiting tussen de middag van de bakker, de slager en de kleine kruidenier is door de grootgrutters genegeerd en daarmee is de doodsklap uitgedeeld aan de economie van de lokale gemeenschap.
Grootwinkelbedrijven werken voor aandeelhouders
De grootgrutters halen het geld uit de gemeenschap en keren de winst uit aan de aandeelhouders. Er gaat niets meer terug naar de gemeenschap. Alle infrastructuur en werkcapaciteit van de gemeenschap wordt gebruikt om makkelijk geld te verdienen, maar er is niet nagedacht hoe dat kapitaal van dat verleden in goede staat gehouden kan worden. Hoe kunnen de stadjes aantrekkelijk en leefbaar blijven voor de bewoners maar ook voor de toeristen die een bijdrage leveren aan de economie van de streek. De grootgrutters hebben uitstekende juristen die alles uit de kast trekken om hun gelijk te halen als het nodig is en de kleine lokale gemeente kan daar niet tegen op.
Frankrijk heeft een deltaplan voor het land nodig
In de afgelopen 30 jaar heb ik de verandering en het verval van Frankrijk in de zomervakanties zien gebeuren, ieder jaar weer een beetje meer. Als je komt voor mooi, afwisselend en spannend fietslandschap dan is er geen beter land, maar als je fraaie stadjes nodig hebt om de tocht aan te kleden, dan moet Frankrijk stevig aan de bak. Nieuwe bewoners zoeken voor de stadjes, interessante formules bedenken hoe mensen met belastingvoordeel panden kunnen opknappen, ontwikkelaars die een gebied ontwikkelen en niet alleen een pand opknappen voor exclusief gebruik. Daarnaast moeten er nieuwe economische formules ontstaan die werk en inkomen bieden voor de mensen die er willen wonen. Met de interneteconomie zou dat moeten kunnen. Daarnaast is er behoefte aan goede voorzieningen voor de mensen die er blijven wonen. Het vraagt stevig ingrijpen van de overheid, maar of de lokale overheid in Frankrijk voornamelijk bestaand uit heel kleine gemeenten dat kan is de vraag. Daar is meer voor nodig, daar is deltaplan voor nodig, een visie met geld van de landelijke overheid en slagkracht voor de regio’s.