ARNHEM – We gaan in rap tempo richting de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart. Zeker nu, met het in werking treden van de Omgevingswet per 1 oktober 2022, is het voor gemeentebestuurders van belang om door middel van burgerparticipatie te laten zien dat ze niet boven, maar tussen de burgers te staan. Dat de gemeenteraad samen met de burgers tot besluiten komt, met goed georganiseerde Burgerparticipatie.
Door Annemarie van Harten
Problemen in een gemeente ontstaan doorgaans niet op het gemeentehuis maar in de maatschappij. Om de achterliggende oorzaken te weten is het goed om daar te zijn waar het gebeurt, bij de mensen die dagelijks te maken hebben met de problemen in kwestie. Door samen met de burgers naar oplossingen te zoeken worden de mogelijkheden van burgerparticipatie optimaal benut.
Wat is burgerparticipatie?
Burgerparticipatie is ingewikkelder dan het klinkt. Veel mensen zullen denken aan ‘meepraten’. Er zijn boeken volgeschreven over dit onderwerp. Er zijn meerdere vormen van participatie. De meest genoemde manieren van participatie zijn Raadplegen, Adviseren, Coproductie en Meebeslissen. Bij Raadplegen kunnen we denken aan een stadsdebat of een hoorzitting. Adviseren vindt vaak plaats door middel van een schouw, of een burgerpanel. Coproductie wordt in feite gevraagd bij de nieuwe Omgevingswet 2022 die hieronder uitgelegd wordt. Bestuurders en bevolking gaan figuurlijk hand in hand te werk om een ‘product’ te realiseren. Het product kan allerlei vormen hebben. Het ontwerp van een woonerf, de plaats van een school of de aanleg van een park in de wijk. Meebeslissen kan via een bindend referendum of bijvoorbeeld een geborgde formele status van wijkraden of wijkplatforms. Meestal kiest de gemeenteraad niet voor een bindend referendum. Raadsleden hebben vaak angst, of schroom dat de burger op hun stoel gaat zitten en dat ze een stuk beslissingsbevoegdheid moeten inleveren. Er zijn echter politieke partijen die wel een bindend referendum in hun programma hebben staan. De angst voor teveel macht bij de burger geldt dus niet voor alle politici.
Hoe doet de Gemeenteraad het nu?
In gesprekken met raadsleden wordt duidelijk dat iedereen het belangrijk vindt om in contact te komen met de burgers. In de afgelopen jaren is de invloed van wijkraden niet groter geworden maar eerder afgenomen. Nu wordt er regelmatig een ‘doelgroepen avond’ georganiseerd (een zogenaamde consultatieronde) rondom een thema, zoals bijvoorbeeld de jeugdzorg. Dit is bedoeld voor de raadsleden om zich te laten informeren. Ook leeft er het idee om opnieuw politieke markten te organiseren voorafgaand aan de politieke avond. Organisaties kunnen zich, achter een kraam, voorstellen aan de gemeenteraadsleden en met hen in gesprek gaan. In het verleden is dit vaker gebeurd. Met wisselend succes. Veel raadsleden hebben, of nemen niet altijd de tijd om voorafgaand aan de politieke vergaderingen een uur eerder op het stadhuis te zijn. Op de website van de gemeente staat te lezen dat de raad het belangrijk vindt om in contact te zijn met de burger. In
Dit zijn vormen van burgerparticipatie waarbij opvalt dat ons stadsbestuur ervoor lijkt te kiezen om de burger naar het stadhuis te laten komen om als burger zelf actief op zoek te gaan naar manieren om in contact te komen met raadsleden en wethouders. Ofwel, de burger moet zelf de stappen zetten om te kunnen participeren. Wie de gemeenteraad een beetje volgt ziet op de publieke tribune een kleine groep vaste klanten. Deze min of meer vaste groep mensen zijn politiek zeer geïnteresseerd en volgen bijna hobby-matig trouw de raadsvergaderingen.
Omgevingswet en de verplichting tot burgerparticipatie
Dit jaar treedt de “Omgevingswet” in werking. Deze wet heeft grote, verplichte gevolgen voor de burgerparticipatie. Alles wat ook maar op enige manier invloed heeft op onze leefomgeving valt onder deze wet. Voorheen regelde het Rijk alles wat met leefbaarheid en onze omgeving viel (natuur, milieu, infrastructuur, cultureel erfgoed, nu is dit overgedragen aan de gemeenten. Elke gemeente is anders, waardoor een individuele aanpak vereist is. De gemeente heeft de wettelijke verplichting om bij iedere stap binnen de Omgevingswet de burger te betrekken. Dit start al bij de visie op een plan, het plan van aanpak om tot een mogelijk project te komen, gevolgd door genomen besluiten. De bestuurders moeten aantonen op welke manier ze de inwoners van de gemeente of de belanghebbenden van een plan, bijvoorbeeld de komst en inrichting van een park in de wijk, betrokken hebben in het totale proces. Dit wordt de Motiveringsplicht genoemd.
Wordt de urgentie naar een participatie – omslag gevoeld?
De gemeenteraad lijkt door de Motiveringsplicht voor een enorme uitdaging te staan. De vraag kan gesteld worden of en hoe de plannen, voor een veel uitgebreider vorm van burgerparticipatie dan nu bestaat, al klaar liggen. Er staat een enorme omslag en opdracht te wachten