Het kabinet heeft 25 miljard klaar gelegd om in te zetten om het stikstof-vraagstuk op te lossen. Een ronde tafel debat met wetenschappers in de Tweede Kamer (23-2-22) moet meer duidelijkheid brengen over de kwaliteit van de stikstofcijfers voor Kamerleden. De wetenschappers geven eerst een inzage in de vergaarde kennis en antwoorden daarna op vragen van Kamerleden. Het maakt meerdere zaken duidelijk. Als de 25 miljard is ingezet dan moet blijken of de natuur in de natuurgebieden herstelt. Dat zou deels kunnen maar het is ook heel goed mogelijk dat het niet verbetert. Hier mijn observaties.
Door Chris Zeevenhooven
Het RIVM is het Rijksinstituut dat met haast onfeilbare status de data over stikstof voor de overheid aanlevert. (De Coronacrisis heeft geleerd dat het RIVM minder onfeilbaar is en moeite had met gebruiken van voortschrijdend inzicht. Met behulp van modellen berekent het RIVM de stikstof in onze atmosfeer. Met metingen worden de modellen verbeterd. Er is veel minder gemeten omdat er meetstations zijn wegbezuinigd en sommige meetstations door veranderingen in de omgeving niet meer betrouwbaar zijn. Het RIVM gebruikt het OPS rekenmodel, gedetailleerd en op kleine schaal. Maar er is ook een grote instroom van stikstof vanuit het buitenland tot wel 50%.
Het betekent dat we eigenlijk internationaal met onze buren (in Europees verband) zouden moeten samenwerken om het beter te doen. Waarom doen we dat niet, we leven en werken toch samen in Europa. Waarom bekijken we deze kwestie zo nationaal en dan met name partijen die de mond vol hebben over Europese samenwerking. Op Europees niveau wordt er ook aan gewerkt zegt emeritus hoogleraar Hordijk. Het Europese beleid neemt normen voor luchtkwaliteit en natuur als uitgangspunt en wij in Nederland werken met de habitat richtlijn en wolkjes stikstof die op kleine natuurvlekjes neerkomen. Het lijkt dat het bastion van RIVM, universiteit Wageningen en LNV het zelf willen doen in een eigen systeem.
Er is een grote onzekerheid in de modellen
Wat opvalt is dat de experts zeggen dat er een grote onzekerheid zit in de modellen met een foutmarge van landelijk wel 30%, maar lokaal nog meer. Dat betekent dat we heel veel geld inzetten, terwijl we niet zeker zijn of de modellen kloppen en de gewenste en verwachte resultaten bereiken. Bovendien blijkt dat hoe fijnmaziger er gewerkt wordt hoe groter de onnauwkeurigheid, zeggen de experts. De experts richten zich helemaal op de ammoniak uit de landbouw. Tot het laatst werd niet over de andere stikstof NOx gesproken, die van verkeer en industrie.
De laatste opmerking van de bijeenkomst kwam als een verrassing, dat de auto ook veel invloed heeft maar dat door de manier van meten dat toch te beperkt is weergegeven. Zoals het vliegverkeer boven ons land, hoger dan 900 meter, als buitenland gerekend wordt en daarom niet beïnvloedbaar is voor beleid, maar wel stikstof op natuurgebieden uitstrooit. Over de industrie en de hoge pijpen van de fabrieken is amper gesproken terwijl die stikstof veel verder weg komt. Ook die emissie telt mee en wat doen we daar aan of raakt dat de economie te hard? Maar de boeren kunnen blijkbaar wel geraakt worden en uitgekocht, want voedsel koop je in de supermarkt.
Groot ambitieniveau bij wetenschappers
Een van de wetenschappers (van Dobben) gaf in zijn onderbouwing aan dat de kritische depositie waarde (KDW = critical loads) perfect werkt zowel empirisch als modelmatig, maar hij moest wel toegeven dat de invloed van klimaat en droogte er niet bij betrokken is. Hij vond dat je de problemen van stikstof, klimaat en vocht mee moet nemen in het beleid. Dat vonden meer wetenschappers, met het beleid moeten we alles verbeteren in het kleine Nederland, vergeten dat de helft van de stikstof uit het buitenland komt en Nederland maar een heel klein landje is. Het ambitie niveau van de geleerden was onrealistisch groot. Erisman was praktischer. Hij wil een generieke gebiedsgerichte aanpak en stelde voor om aan de slag te gaan. Dan zijn er direct quick wins te bereiken. Je deelt Nederland op in regio’s (passend met grondsoort) en aan de slag, niet per hectare, maar per gebied met dezelfde maatregelen. De foutmarge is dan kleiner stelt Hordijk en je komt tot resultaten die niet naar de Raad van State hoeven.
Die fijnmazige aanpak voor vergunningen van boerenbedrijven heeft veel risico op fouten en merken de experts op de vergunningverlening op basis van deposities heeft niets met de natuurkwaliteit te maken. Door meer te meten weet je beter wat er gebeurt en je kunt op bedrijfsniveau monitoren. Maar door emissiebeleid met het stellen van een emissieplafond in de omgeving van Natura 2000 gebieden bereik je meer en het is ook goed voor de natuur. Door zo te werken kun je ook draagvlak bij boeren ontwikkelen om een dergelijk beleid uit te voeren. Hoef je dan überhaupt wel boeren aan de rand van natura 2000 gebieden uitkopen. Door monitoring, goede sturing en bedrijfsaanpassingen is er mogelijk al veel te winnen. Want als een bedrijf wordt uitgekocht en er komt een grote camping voor in de plaats, zoals dreigt bij de Bekendelle (N2000) in het buitengebied van Winterswijk, dan is er niks gewonnen. Dan worden er 600 huisjes verhuurd aan gasten die hun stikstof produceren met aan en afrijden, de hond uitlaten en de houtkachel aansteken. Al met al geeft dat veel meer onrust voor de natuur, met name de fauna.
Worden onze natuurgebieden wel goed beheerd?
Er werd ook de vraag gesteld of de natuurgebieden goed beheerd worden. Daar kon eigenlijk niemand een goed antwoord op geven. Door het oude programma aanpak stikstof (PAS) is er veel geld naar dat beheer gegaan, maar dan vooral in de vorm van maatregelen met graafmachines voor het afplaggen van vruchtbare (stikstofhoudende) grond. Maar de wetenschappers zijn het er nu over eens dat die manier slecht is, want er zitten veel beestjes in de bovenste aardlaag die van belang zijn voor het ecosysteem en de biodiversiteit. Over het dagelijks beheer en onderhoud van de heide en het bos (schapen houden, gedoseerd hout oogsten, houtwallen onderhouden) is geen informatie.
De vereniging Nederlands Cultuurlandschap maakt zich er jaren sterk voor en heeft ervaring opgedaan. Ze zeggen dat met 600 miljoen dat te kunnen regelen. Dat is een fractie van de 25 miljard en het zou wel eens beter kunnen werken voor echte resultaten in en om natuurgebieden dan een beleid op basis van modellen met een grote foutmarge en verstoring vanuit het buitenland. Mijn laatste observatie was dat niemand meer sprak over de teloorgang van de ecologische hoofdstructuur (EHS) door het eerste kabinet Rutte en zijn staatssecretaris Henk Bleker. Een ecologische hoofdstructuur is een samenhangend netwerk van bestaande en toekomstige natuurgebieden dat wordt vormgegeven in het natuurbeleid. De wetenschappers vinden eensgezind dat de natuurgebieden nu te weinig robuust zijn, behalve langs de rivieren. Opmerkelijk is dat bewust beleid van het eerste kabinet Rutte 1 grote gevolgen heeft gehad en door het kabinet Rutte 4 met ongelooflijk veel geld, ons geld, gerepareerd moet worden. Hier is het laatste woord nog niet over gezegd en geschreven.