Nieuwe grenzen aan de participatiedemocratie 

Steeds vaker vragen bewoners en ondernemers zich af hoe ze ontwikkelingen in hun buurt kunnen sturen. Tegelijkertijd worstelen gemeenten met de vraag hoe ze ondernemers en bewoners kunnen betrekken. Hoe kun je gebieden, of het nu de leefomgeving is in de woonwijk of een winkelgebied, zo ontwikkelen dat het algemeen belang wordt gediend, en dat het economisch en sociaal aantrekkelijker wordt? Die vraag staat centraal bij participatie en de invloed van mensen op die ontwikkelingen (de participatiedemocratie). Seinpost Adviesbureau en Trommel Media brachten onlangs experts bij elkaar om over dit onderwerp na te denken. Dat voorziet in een behoefte: er wordt inmiddels gewerkt aan een tweede editie.

De conclusie van de eerste editie: kennis, vaardigheden en chemie tussen partijen doen er toe en vormen de basis voor mislukking of succes.

Iedere context is anders

Seinpost (John Bardoel en Mathieu Vaessen) en Trommel Media (Simon Trommel, communicatieadviseur met als specialiteit democratievernieuwing) wilden wel eens weten hoe generiek de faal- en succesfactoren zijn van ontwikkelingen van buurten en dorpen. John Bardoel: ‘Wij willen met experts nadenken over de toekomst van participatie. Natuurlijk gaat er veel goed in de samenwerking tussen partijen. Maar soms loopt het moeizaam of duurt het lang om partijen op een lijn te krijgen. We willen weten of we tot algemene vuistregels kunnen komen, door ervaringen te delen. Want iedere context is anders.’ Op deze bijzondere expertmeeting werden ervaringen vanuit verschillende invalshoeken gedeeld. Vanuit de grotere steden en plattelandsgemeenten, vanuit de overheden, private organisaties en de bewoners.

Na participatie: zelfsturing

Simon Trommel: ‘Abraham Lincoln definieerde democratie als ‘government of the people for the people by the people’. Over dat by the people: ik zie het die kant opgaan, Net als op de werkvloer zie je in de toekomst steeds meer zelfsturing in ruimtelijke ontwikkelingen. Dan is toch het verstandig na te denken hoe je partijen verbindt. Want ook met zelfsturing kunnen ondernemers, wijkbewoners en overheden niet zonder elkaar. Daarbij gaat het om de vraag ‘wat is legitiem en wat is effectief.’

In de gemeente Peel en Maas er al sprake van zelfsturing, in de kern Meijel. Wil van Oosteren, bewoner Meijel, en trekker van een bewonersinitiatief om het centrum te revitaliseren: ‘Een paar zeer enthousiaste en verontruste bewoners zijn van begin af aan betrokken geweest bij de ontwikkelingen. Dit gebeurde op persoonlijke titel. Zij hebben zelf een toekomstvisie opgesteld, om de zichtbare verloedering tegen te gaan. In eerste instantie zonder betrokkenheid van de gemeente, interactief met bewoners.’ De chemie binnen het team bleek van groot belang. Er is veel energie gestoken in de toekomstvisie. Van Oosteren: ‘Na de presentatie van de toekomstvisie is er hulp gekomen vanuit de gemeente. Die hielp door deskundige bureaus erbij te betrekken en een budget beschikbaar te stellen. Er is heel veel bereikt, het dorp is ingrijpend veranderd en het DNA is zichtbaar geworden. De leegstand is vrijwel geheel weg.’

De ontwikkeling van Klarendal (Modekwartier), met Seinpost als belangrijke verbinder, is verlopen rondom drie ronde tafels: fysiek, sociaal en economisch. Aan deze tafels waren plaatsen vrij voor verschillende partijen vanuit het betreffende domein. Uitgangspunt was machtsgelijkheid. De partijen die deelnamen zijn gevraagd omdat zij een actieve betekenis hebben voor de aanpak en wijk. En daarmee de motivatie hun kennis in te zetten.

Continuïteit in participatie belangrijk

Elk project heeft een eigen formule. Daarbij is het soms ook nodig om te accepteren dat bepaalde groepen of mensen niet willen participeren. Zij zijn in het algemeen tevreden en participatie is voor hen alleen een extra last. Voor de mensen die wel actief deelnemen en participeren is het erg belangrijk dat er continuïteit wordt gegarandeerd. Dit betekent dat er niet steeds een nieuwe manier van participatie wordt ingevoerd. Wanneer een aanpak niet helemaal werkt, moet niet het hele plan over de schutting gegooid worden. Juist onderdelen die niet werken, moeten worden aangepast.

Delen macht, kennis en regels

Die positieve zelfsturingservaringen in Meijel maar ook in Klarendal zijn eigenlijk volgens het boekje. Archon Fung stelt dat je burgers kunt ‘empoweren’ door de macht te verdelen. Hierdoor wordt volgens zijn – en andere – onderzoeken de legitimiteit en de effectiviteit van beleid vergroot. Een mogelijk gevaar van participatie is dat het proces wordt overgenomen door een groep die hierdoor dominant wordt. De oplossing is een goede monitoring van het proces. Ondanks deze gevaren vindt Fung alsnog dat participatie de juiste vorm is vanwege de deliberatie die hierdoor mogelijk wordt gemaakt. Het uitwisselen van waarden brengt een effectief en legitiem beleid, wat het doel moet zijn van beleid. Dat is ook in Meijel gebeurd waar bewoners initiatief namen en de gemeente later aanschoof.

Maar iedere actor is anders

Daarbij geldt wel dat actoren in de basis verschillen. Een ondernemersvereniging of een groep bewoners verschilt van een hiërarchisch gestuurde gemeente. Hierbij drijft de private actoren het eigen belang, de publieke zaak, de mate waarin zij politieke vaardigheden bezitten en hoe zij inschatten die te kunnen gebruiken. De overheid acteerde vroeger echt als overheid (government of the people) maar moet steeds meer deelnemen aan het netwerk als spelverdeler (government for the people). En ook het by the people maakt zijn opmars. Een der aanwezigen stelde vast dat je soms als gemeente blij mag zijn dat je mag aanschuiven bij de plannen vanuit de samenleving. En tegelijkertijd hebben professionals soms moeite om bewoners of ondernemers mee te krijgen. Dit toont aan dat participatievraagstukken ook vanuit gemeentelijk perspectief van groot belang zijn.

Wilt u op de hoogte blijven, stuurt u dan een mail naar John Bardoel, j.bardoel@seinpost.com of naar Simon Trommel, simon@trommelmedia.nl.

 

Gesprekspartners:

Wil van Oosteren (bewoner Meijel, trekker van groot bewonersinitiatief centrum)

Marnix Meijer (ambtenaar gemeente Bronckhorst, o.a. programma Vitale Kernen),

Rob Klingen (opbouwwerker bij Rijnstad Arnhem, ook betrokken bij projecten wijkeconomie)

Chantal Robbe (adviseur gebiedsontwikkeling bij Stadkwadraat BV, planeconoom)

Els van Outvorst (wijkmanager team leefomgeving Arnhem, bezig met zoeken naar wijkdemocratie)

Eveline  van Leeuwen (Hoogleraar Urban Economics at Wageningen University & Research Wageningen University & Research  Vrije Universiteit Amsterdam, o.a. bezig met onderzoek naar de motieven van burgers om iets voor hun buurt te doen)

Michelle de Wit (creatief/cultureel ondernemer, betrokken bij ontwikkeling Bloemerstraat Nijmegen)

Eveline Jansen (oprichter De Vormkraker, houdt zich bezig met maatschappelijke vraagstukken: zoekt de positieve manier om met alle type bewoners in contact te treden)

Robin Hartogh Heys (wethouderervaring in Arnhem en Deventer)

Nicole Koekkoek (masterstudie aan Radboud: bottom-up aanpak i.v.m. leefbaarheid in kleine kernen)

 

Ook betrokken:

Marianne de Beer (proefschrift over buurtondernemerschap na Master Geografie Utrecht, de relatie tussen bedrijven, bedrijvigheid en de omgeving en netwerkeconomie, ook werkzaam bij EZ gemeente ’s-Hertogenbosch)

Jan Hassink (docent aan de WUR, proefschrift over het succes en de snelle ontwikkeling van zorgboerderijen, betrokken bij Impactmeting BuurtGroenBedrijf Spijkerkwartier)

Chris Zeevenhooven (voorzitter DOCKS Modekwartier Arnhem, voorzitter Stichting Project, en initiatiefnemer www.buurtenregio.nl,  voorheen o.a. wijkmanager in Arnhem)