Waarom hobbelt Nederland achteraan bij de coronavaccinatie?

Verpleeghuismedewerkster Sanna kreeg op woensdag 6 januari als eerste een prik. Anderhalve week na alle andere landen in de Europese Unie, ging ook Nederland van start met de coronavaccinatie. Twee weken later bungelt Nederland nog altijd onderaan het Europese lijstje met gevaccineerde mensen. Maakt Nederland er een zooitje van of is er wat anders aan de hand?

Het is een plek waar je niet wilt staan. In het overzicht waar wordt bijgehouden hoe ver landen in de Europese Unie zijn met de vaccinatie, prijkt Nederland op de 29e plaats. Met een vaccinatiegraad van 0,44 procent, houdt Nederland alleen België, Bulgarije en Servië achter zich.

In werkelijkheid ligt de vaccinatiegraad in Nederland hoger. De Nederlandse cijfers zijn vertekend doordat Nederland de actuele stand niet dagelijks, maar wekelijks doorgeeft. Bijna alle landen geven wel een dagelijkse tussenstand door, in België gebeurt dat via een vaccinatieteller. In Nederland wordt daar achter de schermen ook aan gewerkt.

Op woensdag 20 januari had meer dan 100.000 Nederlanders een vaccin gekregen: 0,6 procent in plaats van 0,44 procent. Dat is een fractie minder dan Frankrijk, waar 0,65 procent van de inwoners een vaccinatie heeft gekregen.

400.000 vaccins op voorraad
Veel mensen snappen niet dat de vaccinatie niet sneller gaat. De irritatie groeide nadat de NOS deze week meldde dat er in Nederland 400.000 vaccins liggen opgeslagen.
“Honderdduizenden vaccins liggen te wachten. Waarom prikken we er niet op los?” aldus de NOS. “Met de voorraad kunnen zo’n 200.000 mensen worden gevaccineerd.”

De werkelijkheid ligt iets genuanceerder.
Het Pfizer-vaccin moet twee keer worden toegediend om echt effectief te zijn. Om die reden houden bijna alle EU-landen de helft van alle geleverde Pfizer-vaccins achter de hand om drie weken na de eerste prik ook de tweede vaccinatie te kunnen zetten. Het Pfizer-vaccin biedt 95 procent immuniteit na twee prikken. Na één dosis ligt dat percentage rond de 50 procent.

De helft van de Nederlandse voorraad is dus gereserveerd voor iedereen die als eerste gevaccineerd wordt. Voor een groot gedeelte van de overige voorraad geldt dat die weliswaar nog niet is gebruikt, maar dat voor iedere dosis die nog op de schappen ligt al een prikafspraak is gemaakt bij een van de vaccinatiecentra van de GGD.

Tot slot bestaat een deel van de Nederlandse voorraad uit het Moderna-vaccin. Maar ook dit vaccin, dat twee weken geleden werd goedgekeurd door de EMA, heeft al een bestemming. Het Moderna-vaccin wordt deze maand gebruikt om huisartsen te vaccineren. In totaal worden 15 duizend huisartsen en spoedzorgmedewerkers ingeënt.

Kortom: feitelijk is er geen extra voorraad die ingezet kan worden. Minister Hugo de Jonge: ”We vaccineren zo snel als we kunnen, maar we hebben nu eenmaal niet meer vaccins beschikbaar om mensen te vaccineren.”

Kritiek, ook in Frankrijk
Net als in Nederland, is ook in Frankrijk de kritiek niet van de lucht op de snelheid waarmee gevaccineerd wordt. Persbureau Reuters sprak met Katy Bontinck, wethouder in Saint Denis. Bontinck richtte vorige week in Saint Denis een vaccinatiecentrum in om de inwoners te vaccineren. Tot haar grote frustratie kreeg ze deze week slechts 132 doses van het Pfizer-vaccin.

Bontinck: ”Helaas is dat veel te weinig om aan de vraag te voldoen.”
Het vaccinatiecentrum in Saint Denis is door de beperkte levering van vaccins slechts een paar uur per dag geopend.

Net zoals in Nederland, krijgt de regering de schuld. Maar Olivier Véran, de Franse Hugo de Jonge, zegt exact hetzelfde als zijn Nederlandse collega:
”We vaccineren zo snel als we kunnen, maar we hebben nu eenmaal niet meer vaccins.”

Bottleneck: levering van vaccins
De levering van vaccins is op dit moment de bottleneck. Ieder land in Europa wil zo snel mogelijk zo veel mogelijk mensen vaccineren, maar is afhankelijk van de levering van vaccins.

Toch is daar wel iets vreemds mee aan de hand. Vorig jaar werd in Europees verband afgesproken om beschikbare coronavaccins gezamenlijk in te kopen.

De vaccins worden vervolgens grosso modo naar rato van inwonertal verdeeld onder de lidstaten.

De EU-lidstaten konden zelf aangeven van welk vaccin ze iets meer en van welk vaccin ze iets minder zouden willen. Nederland koos voor meer vaccins van AstraZeneca en (het Nederlandse) Janssen. Frankrijk koos onder meer voor meer vaccins van (het Franse) Sanofi. Pfizer en Moderna leveren naar verhouding iets minder aan Nederland en Frankrijk.

Alles bij elkaar zou die werkwijze zou ervoor moeten zorgen dat alle lidstaten van de EU in grote mate ongeveer eenzelfde percentage van haar inwoners tegelijkertijd vaccineert.
Dat is echter niet het geval.

Nederland, België en Frankrijk zitten rond de 0,6 procent, maar in Duitsland is dat meer dan twee keer zoveel: op dit moment heeft 1.25% van alle Duitsers een eerste coronaprik gekregen. Denemarken is in de Europese Unie de koploper. Bijna 3% van alle Denen heeft al een vaccinatie ontvangen.

De reden dat Denemarken zoveel voor ligt op andere landen in de EU heeft te maken met de vaccinatiestrategie waar de Denen voor gekozen hebben. Die wijkt af van wat Nederland en de andere lidstaten afgelopen weken gedaan hebben. In Denemarken worden alle geleverde Pfizer-vaccins meteen toegediend voor een eerste prik.

De noodzakelijke tweede coronaprik wordt in Denemarken later gegeven, wanneer Pfizer extra vaccins levert. Dat betekent dat de Denen niet na drie weken, maar pas na zes weken hun tweede prik krijgen.

Door de snelle verspreiding van de Britse variant, neemt Nederland de Deense strategie nu over, vertelde minister De Jonge woensdag 20 januari tijdens de persconferentie. Vanaf nu worden ook in Nederland alle vaccins die geleverd zijn, gebruikt voor een eerste injectie. Met extra vaccins die Pfizer als het goed is in februari levert, wordt na zes weken de tweede prik gegeven. Ook België en Duitsland overwegen om over te stappen op deze werkwijze.

Die strategie is niet zonder risico. Het is namelijk de vraag of Pfizer op tijd voldoende nieuwe vaccins kan leveren. Pfizer heeft een aantal dagen geleden aangekondigd dat Europese landen de komende tijd minder vaccins krijgen dan is afgesproken. De Amerikaanse farmaceut is bezig om de capaciteit van haar fabriek in het Belgische Puurs op te schroeven. Dat leidt tot een dip in de levering.
”Maar”, belooft Pfizer: ”Daarna worden beduidend meer doses geleverd.”

Extra inkopen
De koppositie van Denemarken is daarmee verklaard. Maar hoe komt het dan dat Duitsland, en een aantal andere landen in Europa, zoveel meer mensen hebben gevaccineerd dan Nederland, België en Frankrijk? Voor het antwoord op die vraag moeten we een maandje terug.

Eind december bood Pfizer alle landen in de EU 10.000 vaccins aan. Hiermee konden alle landen eind december al van start gaan met een symbolische eerste vaccinatie. Nederland bedankte daarvoor en heeft de eerste echte levering van 400.000 coronavaccins afgewacht.

Duitsland ontving eind december echter geen 10.000 vaccins zoals andere Europese landen, maar meteen 160.000 Pfizer-vaccins. Een Italiaanse journalist vroeg zich af hoe het zat. Hij reisde af naar Berlijn, waar hij tijdens een persconferentie aan de Duitse regering tekst en uitleg vroeg.

De journalist kreeg te horen dat Duitsland los van de Europese afspraak zelf ook vaccins had ingekocht bij Pfizer. De 150.000 extra geleverde vaccins waren daarvan de eerste levering. Met meer geleverde vaccins, heeft Duitsland ook meer inwoners kunnen vaccineren. In totaal heeft Duitsland 30 miljoen vaccins extra ingekocht, die overigens nog lang niet allemaal geleverd zijn.Duitsland staat niet alleen. Hongarije bijvoorbeeld, kocht in Rusland op eigen houtje het Sputnik-vaccin.

Het massaal inkopen van het Pfizer-vaccin is ook de reden dat landen als Israël en Groot-Brittannië al zoveel meer mensen gevaccineerd hebben. Israël is wereldwijd koploper. Inmiddels is al twintig procent van de inwoners gevaccineerd.

Voor Groot-Brittannië geldt bovendien dat zij niet hebben gewacht op de goedkeuring van de EMA. Door gebruik te maken van een noodwet, wordt in Groot-Brittannië ook het AstraZeneca-vaccin en het Moderna-vaccin op grote schaal gebruikt. Daardoor zijn in Groot Brittannië al meer dan 7 procent van de mensen gevaccineerd, een percentage dat in snel tempo omhoog gaat.

Opschalen!
Komende maand zal ook in Nederland, en in andere Europese landen, de vaccinatiesnelheid flink worden opgevoerd. Dan worden er meer vaccins geleverd door zowel Pfizer als Moderna. Bovendien komt hoogstwaarschijnlijk voor het einde van maart ook de goedkeuring van de EMA voor de vaccins van AstraZeneca en van farmaceut Janssen.

Wanneer dat het geval is gaat het snel met de vaccinatie. Van de verschillende vaccins worden voor 31 maart in totaal 8,2 miljoen vaccins geleverd. In het tweede kwartaal van dit jaar komen daar nog eens 14 miljoen extra vaccins bij. Dat is ruim voldoende om voor eind juni iedere volwassene in Nederland te vaccineren.