Opbouwwerker gaat na 40 jaar werken met pensioen

Opbouwwerker Rob Klingen neemt na eerst 20 jaar in de wijk Malburgen na 20 jaar afscheid van zijn werk in de wijken Klarendal, Sint Marten en Arnhemse Broek. Twee voormalige Vogelaarwijken en een aandachtswijk die al eerder boven de streep is gekomen. Opbouwwerk is in Arnhem een werkonderdeel van de welzijnsorganisatie Rijnstad.

door Chris Zeevenhooven

De werksoort is de afgelopen tijd steeds meer in de verdomhoek gekomen. Bij Rijnstad wilde ze de werksoort niet meer bij de specifieke naam noemen en bij Hogescholen was er weinig animo om zo’n opleiding te volgen. Ook bij gemeenten bestaat een gereserveerde houding om opbouwwerk een duidelijke en onafhankelijke rol te geven. Sinds de gemeente Arnhem op gebiedsniveau opdrachtgever is, komt die onafhankelijk positie steeds meer onder druk. Dat was toen het Rijk nog mee financierde met Grote Steden Beleid en Vogelaarwijken anders. De gemeentelijke teams leefomgeving bepalen nu de speelruimte van de ‘eigen’ opbouwwerker.

Verbinding zoeken

Met bewondering heb ik gekeken naar de wijze waarop de oudere opbouwwerkers, met Rob nu allemaal met pensioen, hun werk gedaan hebben. Met geduld, met vertrouwen en steeds weer opnieuw de verbinding zoeken tussen groepen bewoners en gemeente. De meeste bewondering heb ik voor de trouw aan hun werk en de groepen mensen waarvoor ze het deden, dat schept vertrouwen. Terwijl bij de gemeente steeds weer organisatorische veranderingen plaats vinden en mensen rouleren van plek naar plek bleven opbouwwerkers op hun post. Er dreigde even een bezuiniging van de werksoort in Arnhem, maar daar is men van teruggekomen. Opbouwwerk blijkt toch belangrijker dan gedacht.

Opbouwwerkers kunnen groepen mensen verzamelen en motiveren om mee te doen in de buurt en daarmee de leefbaarheid in de buurt op peil houden. Ze doen dat met de beschikbare middelen, maar vooral via de sociale infrastructuur in de wijk. Ze kennen de buurten.

Ongevraagde adviezen

Een van de belangrijke netwerken in Arnhem om bewoners een duidelijke en herkenbare rol te geven is via het Bewonersoverleg. Het overleg waarin bewoners een formele rol vervullen in het kader van artikel 84 van de gemeentewet en gevraagd en ongevraagd advies mogen geven aan het college van B&W en andere organisaties die in de wijk actief zijn. De spelregels voor dat overleg zijn vastgelegd in Spelregels Arnhemse Wijkaanpak die in januari 2014 zijn vastgesteld. Nog niet zo lang geleden waren er in ten minste 20 van de 24 Arnhemse wijken regelmatig bewonersoverleggen, waar betrokken bewoners zich inzetten voor hun wijk. Helaas heeft het Gemeentebestuur de laatste jaren sinds de omslag naar Van Wijken Weten weinig opgehad met het Bewonersoverleg.

Zelfstandig opbouwwerk

Ook het stedelijk Centraal Overleg Wijken is sinds die verandering, op conto van D66, niet meer bijeen geweest. De gemeente vindt het lastig om te gaan met het Bewonersoverleg, er wordt zelden of nooit formeel advies gevraagd en het Bewonersoverleg kan niet eens een ongevraagd advies aan B&W toesturen want B&W Arnhem heeft geen e-mail adres. Democratie aan de basis is voor de Democraten nog een lastig onderwerp. Mijn advies aan de stad is, pak die spelregels weer op en gemeente Arnhem hou je als eerste aan die regels. Dat was ook de begin aanpak van het succes van Klarendal Kom Op: de gemeente deed haar taken en plichten en daarna is aan de bewoners gevraagd ook mee te doen. Luisteren naar bewoners die actief zijn in een formele organisatie dat is lastig maar ook de basis. Gemeente doe je best en laat opbouwwerk zelfstandig en onafhankelijk ondersteunen en verbinden. En weet vertrouwen komt te voet en gaat te paard.