Als we ons niet snel wat gastvrijer opstellen voor de arbeidsmigranten, dan komen ze niet meer en loopt de economie krakend vast. Dat zegt Joep Thönissen van de Vereniging Huisvesting Arbeidsmigranten (VHA). ´We staan steeds lager op de voorkeurslijst van arbeidsmigranten. Op plaats 17. In 2012 waren we nog top of the bill, maar dat is over´, waarschuwt Thönissen.
Om het tij te keren hebben organisaties die zich zorgen maken om de huisvesting van arbeidsmigranten deze week topoverleg met drie bewindslieden om de huisvestingsproblematiek van arbeidsmigranten een zet in de goede richting te geven: naar meer huisvesting. Want voorlopig blijft het bij goede bedoelingen, als er al beleid is, terwijl arbeidsmigratie structureel is. Voor de Poolse regering is de huisvestingskwestie van arbeidsmigranten zo nijpend dat de regering eerst eist dat Nederland dat oplost. Pas dan wil Polen pas praten over UWV-controles in Polen, meldde tv-programma Nieuwsuur begin maart.
25 organisaties praten met drie bewindslieden
Het gaat volgens Joep Thönissen van de Vereniging Huisvesting Arbeidsmigranten om circa 25 organisaties uit de volle breedte van de markt en de overheid: IPO, VNG, de uitzendbrancheorganisaties ABU en NBBU en organisaties die oplossingen hebben als de VHA. Ze praten volgens Thönissen met minister Koolmees van SZW en Van Veldhoven (Wonen) en staatssecretaris Keijzer (EZ).
De Nationale Verklaring Huisvesting Arbeidsmigranten van 2012 om de situatie te verbeteren werd toen hoopvol ondertekend door gemeenten, regio´s, rijk en provincies maar uitvoering en beleid van gemeenten – met een paar uitzonderingen – is hopeloos vastgelopen in het decentralisatiemoeras, constateert hij.
´Arbeidsmigranten wijken qua gedrag niet af van Nederlanders´
Gemeenten richten zich vooral op wat niet mag en niet op wat nodig en mogelijk is, constateert Joep Thönissen van de VHA, de Vereniging Huisvesting Arbeidsmigranten. Volgens hem is het een groot bestuurlijk taboe voor gemeenten.
´Gemeenten, regio´s en het Rijk erkennen hun bestuurlijke opgave niet en bulldozeren het vraagstuk maar voor zich uit.´ Het loopt te vaak vast op politieke onwil, angst voor bezwaren en angst voor overlast´, constateert hij, waarbij al geldt dat mensen overlast ervaren als ze Poolse kentekens in hun straat zien. ´Als arbeidsmigranten hier komen wonen moet je gewoon even uitleggen hoe het hier werkt en waar ze bijvoorbeeld hun huisvuil neer moeten zetten. Ze wijken qua gedrag echt niet af van Nederlanders.´
´Gemeenten moeten tempo maken´
Hij wil dat gemeenten tempo maken en locaties kiezen om huisvesting mogelijk te maken. Gemeenten moeten locaties kiezen en het bedrijfsleven kan de huisvesting bouwen en organiseren, zegt hij. ´Daar hoeft geen cent overheidsgeld bij. Maar nu hebben migranten het gevoel niet welkom te zijn. Het enige dat gemeenten moeten doen is ruimte bieden. Bijvoorbeeld voor een campus op bedrijventerreinen. Je kunt hele creatieve oplossingen bedenken wat de verstopping op de woningmarkt ook tegen kan gaan.´
Dat gemeenten niet hard lopen om ruimte te bieden blijkt uit de beantwoording van journalistieke vragen aan de gemeente Amsterdam, die inhielden: wat is jullie beleid in het licht van de Nationale Verklaring? Amsterdam denkt er al een week over na. Toch is ook de Metropoolregio Amsterdam medeondertekenaar van de Nationale Verklaring.
Geen beleid, wel hoge boetes
Tegelijk is in Amsterdam een ondernemer tegen een hoge boete aangelopen omdat hij werknemers liet wonen in een vrije sectorwoning: hij wil dat zijn personeel net zo kan wonen als thuis, in een normaal huis. Het voldoet aan alle certificeringen zoals het SNF-certificaat dat de huisvesting van arbeidsmigranten reguleert en alle CAO-bepalingen. Er was één anonieme klacht. Wat die behelst, weet hij nu nog niet. ´En toen deed de gemeente een inval met een controle.´
´Onttrekking aan de woningmarkt´, oordeelde Amsterdam en legde een boete op van 20.500 euro. Met een bezwaar van de ondernemer dat dit geen onttrekking was omdat het een vrije sectorwoning was, waarvan er volgens hem meer leegstaan in Amsterdam, oordeelde de gemeente negatief. Met het feit dat zijn personeel ergens moet wonen, heeft de gemeente ook niet zo veel te maken, blijkt verder uit de beantwoording.
´Liever drukte om rolkoffertjes´
Thönissen: ´Ik denk dat als ze uw vragen beantwoorden, dat gebeurt met een lange lijst van wat allemaal niet mag. Amsterdam maakt zich liever druk om de rolkoffertjes dan dit probleem. Ik vind dat ze die ondernemer tot die hoge boete gedreven hebben door gebrek aan beleid. Amsterdam wijkt hierin trouwens niet af van Zaltbommel.´
´Bestuurlijke gewichten moeten aanjagen´
Wat er volgens Thönissen moet gebeuren is dat er een aanjaagteam komt van bestuurlijke zwaargewichten die de zaak aanpakken en aanjagen bij overheden. Ook de provincies moeten volgens hem helpen duwen om het probleem onder de aandacht te brengen van gemeenten. De Amsterdamse ondernemer zegt dat in een andere stad in de Metropoolregio Amsterdam de ene gemeentelijke afdeling de andere tegenspreekt: van de ene afdeling mag wonen op een bedrijfsterrein, van de ander niet.
Thönissen: ´Sla de handen nou eens in een en ga niet kritisch kijken waarom het niet kan, ga even kijken hoe ze verder kunnen. De eerste regel die ik wel zou willen schrappen is dat er niet gewoond mag worden op bedrijfsterreinen. Dan kunnen ze op de fiets naar het werk en heb je ook geen overbodig autoverkeer. Het mag niet van de provincie hoor ik dan, nou zo lust ik er nog wel een paar. Ga nou eens aan het werk om mogelijkheden te bieden. In papier kan geen arbeidsmigrant wonen.´