In Arnhem is na lange discussie een politieke wens gerealiseerd die leefde in het ambtelijk apparaat. Het huishoudelijk afval zoveel mogelijk scheiden aan de bron en afrekenen per storting restafval, het zogenaamde Diftar (gedifferentieerde tarieven). De jaarlijkse heffing voor reinigingskosten komt daarmee deels te vervallen. Dat betekent dat de gemeente ervan uitgaat dat de burger zich goed gedraagt en op een eerlijke manier zijn restafval in de juiste container deponeert om daar later een rekening voor te ontvangen. Maar het betekent ook dat de lokale overheid weer meer weet van de individuele burger.
Door Chris Zeevenhooven
Het afval scheiden aan de bron komt voort uit de gedachte dat op die manier hergebruik bevorderd wordt. Het is evenwel onduidelijk hoe dat nu in de praktijk werkelijk gaat. Als burger krijg je wisselende informatie. De ene bron meldt dat het goed werkt en de andere bron zegt dat afvalscheiding na inzameling de toekomst is. Inmiddels is wel duidelijk dat de grote hoeveelheid plastic afval die ingezameld wordt niet meer naar China kan omdat ze de troep uit Europa niet meer willen hebben. Ondertussen wordt er steeds meer plastic materiaal gemaakt en groeit de berg plastic afval gestaag. Scheiding aan de bron of niet, er komt veel te veel plastic in omloop en daardoor in het milieu. Met alle gevolgen van dien. De vraag is dus wat betekent scheiden aan de bron of scheiden na inzameling werkelijk voor het milieu. Moet er niet gewerkt worden aan überhaupt veel minder afval produceren? Daar komt nog bij dat het restafval dat in Arnhem wordt opgehaald naar de vuilverbranding in Coevorden gereden wordt, terwijl de vuilverbranding in Duiven om de hoek ligt. Dat is niet direct bevorderlijk voor het milieu. Dat maakt het allemaal nog onbegrijpelijker voor de burger en geeft geen draagvlak voor de aanpak. Het lijkt een principezaak geworden, veel gedoe en kosten voor weinig.
Meer eisen stellen aan supermarkten
Waarom durft het gemeentebestuur niet aan de supermarkten de eis voor te leggen veel minder (plastic) verpakkingsmateriaal mee te geven aan de consumenten en statiegeld als systeem te gebruiken. Dit gaat dus niet over scheiden maar over de hoeveelheid afval. De eerste zorg zou moeten zijn om de hoeveelheid afval terug te brengen. We moeten minder afval produceren. Op allerlei manieren, dus niet alleen in het huishouden, maar ook op grotere bijeenkomsten, evenementen en festivals. Statiegeld als alternatief om minder afval te produceren en daarna de slimste manier gebruiken om het restafval te verwerken.
Diftar staat haaks op solidariteit samenleving
Maar het grootste bezwaar van de Diftarmethode is dat het helemaal op de persoon aankomt. Het is het summum van individualisering en het laat iedere verbinding met de samenleving los. Als je een jaarlijkse heffing betaalt op basis van het aantal inwoners en de totale kosten dan draag je bij met een gemiddelde en dan kan het ene huishouden met een kleine bak af en het andere met een grote evenredig met de te betalen heffing. Dan kunnen de breedste schouders ook iets extra’s betalen voor het eenoudergezin met jonge kinderen die in de luiers zitten. Dat levert immers meer afval op en dat kost met de Diftaraanpak die burger meer geld. Iedere solidariteit is met het systeem verdwenen. Het gevolg van het verdwijnen van samendoen en samenleven is dat burgers zich er ook niet meer verantwoordelijk voor voelen hoe de buurt er uit ziet. Een zak erbij zetten of door het zwerfafvalopeningetje duwen of gewoon in een andere bak gooien zal de norm gaan worden. De calculerende burger kiest wat hem of haar het beste uitkomt. Ieder voor zich en God voor ons allen.
Hoogste tijd voor een Burgerberaad
Politieke stokpaardjes gevoed door vastgeroest denken van ambtenaren worden op deze manier over ‘het volk’ uitgestort en met veel extra kosten afgedwongen. De handhavers hebben er de handen vol aan en de vuilophaler wordt regelmatig gevraagd om een extra ronde te maken om de bijgezette afvalzakken op te halen. Deze manier van politieke besluitvorming en uitvoering heeft zijn langste tijd gehad. Het wordt tijd voor een andere politieke meningsvorming, waarbij de inbreng van de burgers volwaardig meegewogen wordt en niet beperkt blijft tot de raadsleden die in een gesloten circuit met elkaar de zaken af kaarten. Het wordt tijd voor het burgerberaad, voor burgerpanels met gevraagd en ongevraagd advies. Er waren in Arnhem wijkplatforms die zo functioneerden en als burgerpanel gevraagd en ongevraagd over de samenleving in de wijk meedachten en adviseerden. Dat heeft jaren goed gewerkt, maar die zijn in Arnhem sinds enige tijd om zeep geholpen door een wethouder van D66. Het wordt hoog tijd terug te keren naar het actief betrekken van de inwoners van de gemeente en hen mee te laten adviseren welke methode het best te gebruiken is om een gemeenschap goed te laten functioneren. Niet meer politieke hobby’s en stokpaardjes, maar gezond verstand met goede informatie en vertrouwen in burgers. Kijken hoe lang Diftar blijft bestaan? De gemeente Arnhem kan het beste David van Reybrouck bellen om advies.
Lees ook: