Europees mestbeleid? Nederland heeft veel eigen beleidsvrijheid

thumbnail of nitrates_directive_solutions_infographic

Het mestbeleid kent strenge regels in Nederland en Nederland verwijst daarmee naar Europese afspraken: het gaat om een beter milieu. Maar lidstaten, dus ook Nederland,  hebben binnen het Europese kader van bijvoorbeeld de nitraatrichtlijn veel beleidsvrijheid.

De nitraatrichtlijn, die over nitraat en algengroei in water en stikstof in de lucht gaat is daarbij belangrijk en dat is weer een onderdeel van de Kaderrichtlijn water. Het goede nieuws is: het gaat beter met het grond- en oppervlaktewater. Dat maakte de Europese Commissie onlangs bekend.

Met de nitraatrichtlijn willen de lidstaten van de EU voorkomen dat te veel meststoffen, dierlijke mest en kunstmest, in het water verdwijnen. In mest zit stikstof en dat is onmisbaar voor de groei van planten. Maar te veel is slecht voor mens, dier en het milieu. Het veroorzaakt bijvoorbeeld algengroei. Landbouw is voor de helft veroorzaker van uitgespoeld stikstof in het water, zegt de Europese Commissie.

Nederland: positief over de waterkwaliteit

Met de nitraatrichtlijn sluiten de lidstaten van de Europese Unie ook aan bij internationale afspraken zoals de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. De vervuiling die mest veroorzaakt, behoort tot de negen ‘planetary boundaries’ die wetenschappers definieerden als voorwaarde voor een houdbare ontwikkeling van de aarde. De anderen zijn onder meer broeikasgassen en klimaatverandering. Ook de Europese burger vindt de waterkwaliteit een bron van zorg. Uit de Eurobarometer (2012)blijkt dat 47 procent van de Europeanen watervervuiling als een topprioriteit voor de Europese Unie ziet en de rest neutraal of positief. In Nederland denken we er weer anders over. Hier denkt 52 procent positief over de waterkwaliteit volgens diezelfde eurobarometer. 

De Europese nitraatrichtlijn

De nitraatrichtlijn bepaalt dat in het grondwater maximaal 50 milliliter stikstof per liter water mag zitten en er zijn voorschriften hoeveel mest mag worden gebruikt. 170 kilo per hectare. Nederland heeft een ontheffing (derogatie) om meer stikstof uit mest te gebruiken.  Het gaat 235 kilo per hectare op zand en löss en 250 op de klei- en veengronden. Dat was al zo en de ontheffing is net voor 2 jaar verlengd door de Europese Commissie. Er zijn meerdere Europese landen die een dergelijke derogatie regeling hebben, zoals Ierland, Italië en Denemarken.

Verder schrijft de nitraatrichtlijn voor dat Europese landen alle watertypes moeten monitoren. Ze moeten het water dat te veel nitraat heeft en te veel algengroei, of er risico op loopt, identificeren. Ook voorziet het in de aanwijzing van nitraatgevoelige zones, de NVZ, Nitrate Vulnerable Zone. Verder schrijft de nitraatrichtlijn de ontwikkeling van good agricultural practices(goede methoden van boeren) en nationale actieprogramma’s voor. Die actieprogramma’s moeten iedere vier jaar een update krijgen, net als de NVZ. Verder vraagt de nitraatrichtlijn om adequate handhaving.

Meest grondwater vies in Duitsland, meeste oppervlaktewater vies in België

En dat beleid werkt, volgens de Europese Commissie. Het gaat beter met het grondwater, het oppervlaktewater en de ongewenste algengroei. De hoogste percentages vervuild grondwater zijn te vinden in Duitsland, Spanje en Malta. Het oppervlaktewater is het meest vervuild in Malta, het Verenigd Koninkrijk en België. Daarbij tekent de Commissie aan dat resultaten moeilijk vergelijkbaar zijn. Ze zijn niet geharmoniseerd: in ieder land vinden de metingen op een andere manier plaats.

Ook stelt de Commissie dat verstandig boeren, good agricultural practices, hun effect opleveren. Zoals niet bemesten als het hard regent of als de grond bevroren is. Agrariër Siem Scherpenzeel zei eerder dat boeren wel weten dat bemesten op die momenten slecht is.Hij klaagde ook over het feit dat er nooit een open discussie is gevoerd over het mestbeleid. De Europese Commissie tekent aan dat er nagedacht moet worden over een goed mestmanagement dat kan voorkomen dat mest het water in stroomt of dat broeikasgassen, zoals ammoniak, in de lucht komen. Tegelijk moet de grote (economische) waarde van de agrarische sector worden gerespecteerd, omdat de bevolking ook gevoed moet worden.

Nationaal beleid is leidend

Het subsidiariteitsbeginsel is de kern van de nitraatrichtlijn. Subsidiariteit betekent: regel het wettelijk op het niveau waarop het het beste geregeld kan worden en in dit geval is dat de lidstaat. De Commissie zegt:

‘The key responsibility for ensuring effective implementation and enforcement of the measures stemming from the Nitrates Directive lies with national authorities and very often at regional and local levels. As guardian of the Treaties, the Commission can use its enforcement powers to address a situation of non-compliance that leads to water pollution without any action taken by the competent authorities.

Lidstaten hebben een grote vrijheid om te meten. Ook zijn de lidstaten vrij in het aanwijzen van de Nitraatgevoelige zones (NVZ).De Commissie tekent aan dat er redenen kunnen zijn om het hele land aan te wijzen als NVZ. De Commissie zegt dat sommige landen hun hele grondgebied als een risicogebied zien voor watervervuiling. Ook doen landen het omdat ze een gelijk speelveld willen hebben op nationaal niveau voor de boeren.

Nederland, dat het op Europees niveau goed doet qua water met grondwater en oppervlaktewater, heeft het hele land aangewezen als nitraat gevoelige zone, terwijl maar 11,5 procent van de grondwaterstations 50 milligram per liter toont en 15 procent meer dan 40 milligram per liter.

Wel heeft Nederlands water meer last van algengroei dan sommige andere landen en daar zit nog een probleem. Van het zoetwater is 60 procent eutrofisch (heeft algengroei). Van het zoutwater is dat 13 procent. Nader onderzoek zou moeten uitwijzen hoe beïnvloedbaar dat is door een streng mestbeleid.

Algengroei komt door mest en het riool (riool overstort), maar wetenschappers noemen ook klimaatverandering, aanvoer uit vervuilde rivieren uit omringende landen en andere oorzaken. Omdat we aan een delta liggen, is Nederland het afvoerputje van Europa, zeggen waterdeskundigen. Zo bezien is de vraag gerechtvaardigd of een strenger mestbeleid ook aan de waterkwaliteit bijdraagt, terwijl de oorzaak ook in het buitenland kan liggen. Klimaatverandering is ook een belangrijke oorzaak. Beken vallen daardoor droog en hebben minder zuurstof en meer algen. Want hoewel Nederland een sprong voorwaarts heeft gemaakt met het nitraat in het grondwater, rapporteert het RIVM aan de Commissie over algengroei dat de situatie voor kustwateren niet veranderd is.

‘based on the water quality parameters, the situation for the transitional, coastal and marine waters virtually remained unchanged in 2012-2014 compared to 2008-2011.’

RIVM constateert hetzelfde voor het zoetwater.

De Nederlandse overheid rapporteert aan de Europese Commissie dat de stikstof in dierlijke mest is gedaald met 4 procent en de stikstof in kunstmest met 7 procent terwijl qua nitraat de oppervlaktewateren en het grondwater verbeteren, maar we nog steeds veel algen hebben. Je zou dus zeggen met gezond boerenverstand: hoe zit het met de andere oorzaken, zoals klimaatverandering en aanvoer uit het buitenland via rivieren? Betalen de boeren daar ook de rekening voor?

Nederland is niet echt open over de beleidsruimte die het heeft binnen de Europese kaders, zegt onderzoeksjournalist Geesje Rotgers van V-Focus. Zij heeft afspraken tussen Nederland en de Europese Commissie boven tafel geprobeerd te krijgen omdat ze inzicht wilde in die beleidsruimte. Maar via een WOB-procedure kreeg ze niet de documenten die ze wilde. ‘Ook via een Euro-wob is dat niet gelukt. Uit Den Haag heb ik niks gekregen en uit Brussel het meeste niet.’

Iedere mest is anders

Intussen boert iedere boer anders zeggen de agrariërs zelf. Dus het speelveld verschilt al in de basis met de agrarische vaardigheden die de boeren beheersen en op de bodems waarop geboerd wordt. Het is per regio en grondsoort verschillend.

Iedere mest is ook anders, zeggen boeren. Sommigen rijden ruige stalmest uit op hun land, iets wat Vogelbescherming Nederland liever ziet dan injectie. Anderen gebruiken mest als een soort compost, niet verrot maar gerijpt, zei voorzitter van de kringloopboerenverenging VBBM Erik Valk eerder.

Maar voor Den Haag is dierlijke mest dierlijke mest, het maakt niet uit welke mest het is en waar die vandaan komt. Gevolg is dat voor het hele land een restrictie geldt van mest die op het land gebruikt mag worden. Maar je kunt je afvragen of Nederland de beleidsvrijheid die het heeft van Europa voldoende gebruikt. (En in hoeverre een stringent Nederlands mestbeleid algengroei voorkomt.)