We zijn aan de rand van Sint Gilles Waas, in Vlaanderen, ten westen van de Antwerpse haven, dicht bij de Hedwiges polder en het verdronken land van Saeftinghe. De straat wordt volgebouwd met typisch Vlaamse lintbebouwing van moderne woningen. Op het land staan windmolens en aan het eind van de straat raast de snelweg. Het is een warme middag als Chris de Stoop, schrijver van het boek ‘Dit is mijn Hof’ ons buiten ontvangt op zijn hof. Door Corona geven we geen handen. Hij gaat ons voor naar binnen en we schuiven aan de tafel midden in de sobere kamer van zijn ouderlijk huis, de boerderij, waar hij geboren en getogen is. Na het overlijden van zijn moeder is het nu met recht zijn hof. Chris, een lange tengere man van begin 60, wilde geen boer worden maar hij is als enige overgebleven van het boeren gezin en woont nu op de boerderij. Het zijn nog de opstallen en een stukje land dat resteert, maar hij spreekt –en schrijft- gedreven en met passie over het boer zijn. Over wat boeren de laatste decennia is overkomen en hoe ze in de hoek gedrukt worden door de samenleving.
Door Chris Zeevenhooven en Titia Sluiter
“In deze straat stonden vroeger 12 boerderijen en een schaapstal omgeven door boerenland. Voor mij als jongen was de boerderij een droom, maar het is nu een probleem, het boerenleven”. Na zijn 50e is hij er teruggekeerd en ontdekte dat die wereld ingrijpend veranderd is, op economisch vlak, op landschappelijk vlak maar vooral op sociaal psychologisch vlak. Hij kijkt door de sociaal psychologische bril naar de wereld en in dit geval naar de boeren. Hij heeft altijd op die manier naar kwesties gekeken ook toen hij de wereld over reisde en werkte als journalist en boeken schreef over mensen die geconfronteerd worden met zaken die hen hard raken. Zijn verhalen vertellen de menselijke kant van het verhaal en zijn met empathie vertelt.
Beleid van Mansholt veranderde het leven van boeren
Aan de hand van het verhaal van de familieboerderij heeft hij in ‘Dit is mijn Hof’ de enorme gedaanteverandering van het boerenland in de laatste decennia, die in heel Europa speelde, verteld. En de verandering gaat nog steeds door met het gevolg dat de landbouw opnieuw met de rug tegen de muur staat en zich weer moet uitvinden. Zijn vader en zijn broer gingen in 1971 naar Brussel protesteren met de grote demonstratie tegen de schaalvergroting, tegen het beleid van Eurocommissaris Mansholt, die als een bureaucraat uittekende waar boerderijen aan moesten voldoen.
“Dat beleid werd met enorme snelheid opgelegd en de uitvoering had grote impact voor grond en bedrijf en de band met die grond, want daarom snijdt het zo diep. Dat beleid had tot gevolg dat miljoenen boeren in Europa moesten stoppen met hun boerenbedrijf. Het stoppen op een boerderij grijpt veel dieper in dan het stoppen bij een bedrijf of op kantoor. Het is het verbreken van de continuïteit. Het diepste wezen van de landbouw is het verlangen van een boerenfamilie om het boerenbezit door te geven aan de volgende generatie en het is een grote mislukking als ze daar niet in slagen”.
Zijn broer en heel veel andere boeren konden het niet aan. Ze zijn overdonderd als met een pletwals. Het was voor zijn broer er op of eronder en het was voor drie op de vier eronder. In de meeste westerse landen stappen dubbel zoveel boeren als gewone burgers uit het leven. Ook zijn broer kon het leven van een moderne boer niet meer aan.
Boeren zijn in de moderne tijd een makkelijke zondebok
“Het hele platteland, het boerenland is ook ongelooflijk veranderd en mensen beginnen steeds meer te begrijpen dat die verandering heeft plaatsgevonden. De landschapspijn is bij mijn lezers overgekomen. Die mensen kijken nu met ander ogen om zich heen en voelen nu ook beter aan wat het betekent voor boeren als ze gedwongen worden te stoppen met de boerderij en niet in staat zijn om het erfgoed door te geven aan de volgende generatie. Boeren laten niet alleen hun beroep achter met het stoppen maar ze verliezen ook hun ziel. Dat voel je als je geboren en getogen bent op de boerderij”.
“Boeren zij een gemakkelijke zondebok, het is electoraal een klein groep die voor alles de schuld kan krijgen en boeren moeten nu de prijs betalen voor de veranderingen die ze zijn opgedrongen. Er is een sterke stigmatisering tegen boeren vanaf de jaren 90. Ze krijgen de schuld van de verslechtering van het milieu, de natuur, het klimaat, de droogte en de ruimtelijke ordening. Je mag het opnoemen en de gemakkelijkste zondebok is tegenwoordig de boer met soms oneerlijke argumenten wat met een beetje uitzoekwerk ongedaan gemaakt kan worden. Men voelt zich goed als er een partij is voor alle ellende. Maar dat is oneerlijk jegens de individuele boeren. Het is zeker nodig oog te hebben voor het macro niveau, zoals de terechte kritiek op de bio industrie, maar om die kritiek op de individuele boer los te laten is oneerlijk en onjuist”
Globalisering is doorgeslagen
“De boeren is jarenlang door overheid en industrie ingepeperd om tegen zo laag mogelijke kosten te produceren, produceren, produceren en de consument is verleid te consumeren, consumeren, consumeren voor de laagste prijs. Dat is de totale ontwaarding van de landbouw en voedselproductie en met verslaving aan goedkoop voedsel tot gevolg. In 1960 werd de helft van het inkomen besteed aan voedsel en nu slechts 13%, terwijl voor vrije tijd nu het dubbele wordt uitgegeven. Die ontwikkeling is niet meer terug te draaien. Dat kan alleen door de schaalvergroting en industriële productie van voedsel. Het is wel de vraag of door de Coronacrisis en de bedreiging van klimaatverandering de grenzen van dat systeem en van de globalisering van de voedselmarkt bereikt zijn”.
“De globalisering is volkomen doorgeslagen. Dat we op Europese schaal voedsel aan elkaar verkopen is prima en nuttig, maar om groenten, vlees en tarwe van ver te halen en daar heen te brengen dat is zelfs risicovol want met een internationaal conflict zou er ineens voedsel schaarste kunnen zijn. Dan is de eigen grond weer nodig, het boerenland dat we zouden moeten koesteren. Het besef dat je je eigen grond nodig hebt voor voedselproductie is verdwenen. We kijken naar boeren als een soort inboorlingen, die de boerencultuur in stand houden. We zouden als burger juist weer een band met voedsel, met de eigen streek en met de mensen die het produceren moeten hebben. Dan is er direct meer respect voor. Nu kijken we als toeristen naar grond, landschap en boerenbedrijven. We zijn allemaal passanten geworden en strijden niet meer voor onze eigen grond wat boeren zoals hier in de polders langs de Westerschelde altijd wel hebben gedaan”.
Halveren van de veestapel is vreselijk om te zeggen
“Uitspraken als halveren van de veestapel zijn vreselijke dingen om te zeggen, Dat doet zo denken aan het Mansholt plan. Je stelt Stalinistische normen en die leg je van boven af op. Als je goed overlegt dan zullen veel boeren meegaan in je verhaal maar je moet wel een goed perspectief bieden en continuïteit. Nu bedreig je het bestaansrecht van boeren. Dat is de kern van de zaak, dat boeren zich afvragen of ze nog wel bestaansrecht hebben. Dat gebeurt als dat soort maatregelen van bovenaf worden opgelegd. Boeren zijn behoudsgezind, dat gaat niet over politiek, maar dat gaat over de familie, het boerenbedrijf en de streek. De kern van de boerencultuur is simpel: baas op eigen erf, werken in de natuur zoals zij die begrijpen en het werken in familieverband. Dat is de reden waarom boeren willen boeren”.
Door de uitspraken over halveren van de veehouderij kan de schaalvergroting weer verder gaan en verliezen de klassieke grondgebonden familiebedrijven steeds meer positie en de overheid werkt daar actief aan mee. Ook sommige natuurorganisaties zien liever meer intensivering van de landbouw zodat de rest van de grond terug gegeven kan worden aan hen de natuurorganisatie, met de illusie dat het dan beter wordt voor die natuur. “Maar het is veel beter om een mix te hebben van natuur EN landbouw. Daar moeten we naar terug en van het globale naar het regionale”.
Mix van natuur en landbouw
De landbouw wordt opnieuw meer geconcentreerd en deels geïntensiveerd omdat er meer grond nodig is voor industrie, woningbouw en wegen zoals in de regio van Sint Gilles Waas voor het uitbreiden van de Antwerpse haven. “De natuurorganisaties zijn meegegaan met de belangen van de haven. Er is ze ‘natuur’ beloofd in ruil voor actie tegen de boeren. Maar het zal nodig zijn om weer meer respect voor boeren te krijgen en onze voedselvoorziening te verzekeren. Dat was immers een basisprincipe van de Europese Gemeenschap. We moeten het platteland, het boerenland laten overleven want natuurorganisaties kunnen dat grondgebied niet zelf beheren”.
Samenvattend zegt Chris: “De band van de grond met het voedsel dient hersteld te worden. Mensen moeten weer weten waar hun voedsel geproduceerd en geteeld wordt en het is het beste is als er een mix van natuur en landbouw is en ten slotte moeten we terug van het globale naar het regionale als het maar enigszins mogelijk is om een leefbaar boerenland voor boeren en mensen te behouden”.
Op 1 september komt er bij de Bezige Bij een nieuw boek uit van Chris de Stoop waarin het boerenleven weer een centrale rol vervuld. Het boek Daniel gaat over een ver familielid, die door een groep jongens op zijn boerderij is vermoord.