Geen halvering melkveestapel, wel van de input stikstof

Tjeerd de Groot van D66 wil de veestapel halveren om de stikstofuitstoot aan te pakken. Behalve dat zo’n uitspraak ervaren is als een dolkstoot in de rug door veel hardwerkende boerenfamilies, ligt daar feitelijk ook niet de oplossing. Daartegenover staat LTO, die willen vooral door op het oude spoor. Voorzitter Mark Calon pleit dat boeren moeten blijven investeren in nieuwe technologische innovaties: zoals stallen en mestverwerking. Daar ben ik het ook niet mee eens. Al sinds begin jaren 90 werkt de agrarische sector aan een hele serie van technische maatregelen, zoals roostervloeren met klepjes, luchtwassers en mestinjecteurs om de stikstofproblematiek aan te pakken. Voornamelijk “end of pipe” oplossingen die veel geld kosten. De boer maakt de vloeren van zijn stal nog dichter en injecteert de mest nog dieper in de bodem, verder verandert er niks: rara waar blijft de stikstof?

Door Frank Verhoeven

Volgens mij is meerdere malen aangetoond dat al die techniek weinig effect heeft op de totale uitstoot. Het werkt alleen op papier, maar niet in de praktijk. Maar gelukkig kennen we al jaren kringloopboeren en die laten effectievere, en vooral goedkopere oplossingen zien om de stikstofuitstoot aan te pakken. Zij voeren minder krachtvoer en gebruiken minder kunstmest op hun bedrijven en realiseren toch vrijwel dezelfde productie als hun collega’s. Dat alles met een prima inkomen en een betere verhouding tussen inspanning en resultaat. Hoe? Door beter boerenvakmanschap en meer zorg voor de bodem. Want het werkelijke probleem van het stikstofoverschot is een probleem van te veel stikstof input. Hier geldt de wet van de verminderde meeropbrengst: elke kilo extra leidt misschien wel tot enige productieverhoging, maar vooral tot veel meer verliezen naar het milieu.

Minder kunstmest en krachtvoer loont voor de boer

Daarnaast is er het klimaatvraagstuk: Stikstof wordt nu via kunstmestfabrieken uit de lucht gebonden en dat kost maar liefst 25% van onze Nederlandse aardgasproductie. Een ander deel van de stikstof is import en wordt via een brokkenmaker tot krachtvoer geperst wat veel CO2 kost. Echte kringlooplandbouw betekent minder input van krachtvoer- en kunstmeststikstof. En hoewel dit voor veel boeren niet mee zal vallen, is het zeker niet onmogelijk. Sterker nog, de kringloopboeren laten zien dat er ook geld mee verdiend wordt. 

Akkerbouw heeft baat bij grasland

We hebben in Nederland ongeveer 1 miljoen hectare grasland. Zonder gebruik van krachtvoer en kunstmest is het met goed vakmanschap mogelijk om van dat grasland 10 miljard liter melk te maken. Tel daar nog de reststromen vanuit de voedingsmiddelenindustrie bij op zoals bietenpulp, aardappelpersvezel en bierbostel, dan zouden we zelfs zonder kunstmest en krachtvoer dicht in de buurt van ons huidige niveau van melkproductie (een kleine 14 miljard liter) kunnen komen. Een deel van dat grasland ligt ook op plekken waar weinig anders kan groeien, zoals in het veenweidegebied. Een ander deel van het grasland is nodig om akkerbouwland vruchtbaar te houden. Akkerbouw heeft baat bij grasland om organische stof en stikstof aan de bodem toe te voegen. Sterker nog: met gras-klaver kan de stikstof gratis uit de lucht gebonden worden.  

Iedereen boerenverstand gebruiken

Kortom: het is tijd voor een beleid waarin het boerenverstand weer centraal wordt gezet in plaats van simpele en vooral dure ‘oplossingen’ als het uitkopen van boerenbedrijven of alle vertrouwen te stellen in nog meer technologie om de heilige graal van de meest productieve melkveehouderij van de wereld te willen zijn. Een simpele beleidsmaatregel als de beperking aan invoer van externe stikstof die stapsgewijs wordt ingevoerd om de sector de gelegenheid te geven zich aan te passen kan een grote bijdrage aan het door de PAS vastgelopen stikstofvraagstuk leveren. Een eenvoudige administratie via mineralenboekhoudingen is voldoende om dat te controleren. Er wordt daarmee een beroep gedaan op het boeren ondernemerschap. Er zijn inmiddels genoeg goed gedocumenteerde voorbeelden van bedrijven die dit hebben gerealiseerd met behoud van een goed inkomen en met een grote mate van voldoening: de echte kringloopboeren! De verstikkende, gedetailleerde en vooral kostprijsverhogende regelgeving van end-of-pipe oplossingen kunnen we dan aan de wilgen hangen. En we bereiken en-passant een aantal klimaatdoelen doordat tevens een forse reductie van broeikasgassen wordt gerealiseerd.