‘Als de verhuurdersheffing ook een knelpunt is voor de corporaties om hun taak uit te voeren, dan moeten we bekijken hoe we ruimte kunnen creëren.’ Met die woorden zet Jessica van Eijs (D66) een verdere nagel aan de doodskist van de verhuurdersheffing. De verhuurdersheffing, een soort ‘belasting’ die alleen corporaties betalen, dus hun huurders, komt onder steeds zwaardere kritiek uit de Tweede Kamer te liggen. De afgelopen vijf jaar zijn er door het woonbeleid van achtereenvolgende kabinetten Rutte 100.000 sociale huurwoningen minder. Wel hebben we een recordaantal daklozen van 40.000.
door Simon Trommel
Corporaties bouwen minder omdat ze zeggen er geen geld voor te hebben. Reden: de verhuurdersheffing, de belastingen die corporaties moeten betalen. Ze betalen al bijna 2 miljard aan belastingen en dat stijgt nog naar 3,1 miljard. Direct na de invoering van de verhuurdersheffing in 2013 is het bouwvolume al gedaald. Maar de Kamer zag een belangrijker punt als het gaat om het bouwen. Van de 22.000 woningen die corporaties zouden bouwen, zijn er daadwerkelijk maar 13.000 gebouwd. Reden: vergunnings- en procedureproblematiek. En ook de verhuurdersheffing, gelooft de Kamer in toenemende mate. Dat bleek onlangs bij de vaste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Kamermeerderheid dichterbij
Dus lijkt verdere inperking en afschaffing van de huurdersbelasting dichterbij, die een aantal jaren terug nog door alle partijen met uitzondering van alleen de SP, enthousiast werd ingevoerd. CDA en ChristenUnie hebben zich al kritisch uitgelaten. PvdA is nu tegen, GroenLinks is nu tegen en de SP is tegen. Als D66 zich daar definitief bij schaart dan is er een meerderheid, maar dat wilde Van Eijs in de vergadering van de vaste Kamercommissie nog niet doen.
Het probleem is begroting
Het probleem is namelijk dat de inkomsten zijn ingeboekt en het kabinet dan een begrotingsprobleem heeft: Kabinetten begroten daar op, hield minister Stientje van Veldhoven de Kamercommissie voor. Ze zegde wel toe nauwlettend de financiële situatie van corporaties te volgen. Ook neemt ze fiscale maatregelen: door de stijging van de WOZ-waarde stijgt de verhuurdersheffing ook en daardoor raken de corporaties nog meer geld kwijt. Volgend jaar geeft ze verlichting door dat enigszins te beperken.
‘Mijn gevoel is dat we langzaam naar een verdere inperking van de verhuurdersheffing gaan’, hield Sandra Beckerman (SP) de vaste Kamercommissie voor. ‘100.000 sociale huurwoningen minder komt mede door de belastingen, die corporaties moeten betalen’, stelde Sandra Beckerman. Het woningtekort is volgens haar het resultaat van 10 jaar politieke afbraak van de sociale huursector. Daarom was ze blij dat volgens haar CDA en ChristenUnie onlangs hebben gezegd van de huurdersbelasting af te willen, alhoewel met name het CDA dat niet echt herhaalde. Ook zei ze blij te zijn dat D66 stappen in die richting vertoont. Toen Van Eijs zelf aan het woord was, werd ze door Smeulders van GroenLinks en Henk Nijboer van de PvdA aan de tand gevoeld over de verhuurdersheffing. Waarop ze te kennen gaf naar het vraagstuk te willen kijken als het een knelpunt zou blijken te zijn.
GroenLinks: ‘Kamer was te streng voor corporaties’
Paul Smeulders zei ronduit dat de Tweede Kamer na het Maserati-schandaal van de voormalige corporatie directeur Möllenkamp en de ss Rotterdam waarop honderden miljoenen verlies werd geleden, misschien wel te streng was geweest voor de corporaties. Ook de andere partijen begrepen dat wel, met uitzondering van de Daniel Koerhuis van de VVD. Dat er in Amsterdam te weinig wordt gebouwd en te weinig betaalbare woningen zijn, komt daar dat knijterlinkse college waarvan de SP-wethouder nog geen plan voor elkaar krijgt, fulmineerde hij over de hoofdstedelijke SP. Koerhuis stond daarin alleen. Koerhuis vindt de verhuurderheffing overigens een goed instrument om corporaties te dwingen woningen te verkopen zodat ze geld hebben nieuwe huizen te bouwen. Carla Dik-Faber van ChristenUnie loofde juist de corporaties en vindt dat ze steun en ruimte verdienen.
PvdA veegt vloer aan met – ook zelfveroorzaakt – woonbeleid
Wie geen sorry zei, was Henk Nijboer (PvdA). Maar hij veegde wel de vloer aan met het beleid waar alle middenpartijen, dus ook de PvdA, aan hebben meegewerkt. Nijboer constateert dat er wat gedaan moet worden aan het recordaantal daklozen van 40.000, dat er wat gedaan moet worden aan het feit dat een kwart van de huurders aan het einde van de maand geld te kort komt. En dat mensen geen huis kunnen vinden. Hij wil een einde aan de verhuurdersheffing. Hij wil meer huurbescherming ook tot in de vrije sector toe. Het woningwaarderingssysteem, het puntenstelsel waarmee de maximaal redelijke huurprijs wordt bepaald, moet ook in de middenhuurwoningen worden toegepast, vindt hij. Huurwoningen van 900 euro kunnen volgens hem zo met 300 worden verhoogd.
Ook krijgen de corporaties op een ander punt wat lucht door een wens van het CDA die breed wordt gesteund. Vroeger verdienden corporaties hun geld met het bouwen van dure woningen en middenhuurwoningen waarmee ze sociale huur financierden. Dat is nu bij wet verboden waardoor ze bovenop de miljarden die ze op tafel moesten leggen voor de verhuurdersheffing, ook nog een inkomstenbron misten. Ze mogen die duurdere huizen alleen bouwen, als blijkt dat de markt dat niet kan. Dat moeten lokale overheden toetsen door onderzoek, wat lang duurt. De markt werd dus aan alle kanten beschermd door een markttoets maar de markt bleek vaak liever nog duurdere woningen te bouwen. Dat moet nu in ieder geval een meldingssysteem worden, dus een kortere procedure. Maar dat werkt nog steeds vertragend. Vorig jaar bouwden de ruim 300 corporaties slechts 373 duurdere woningen.