‘Achterkamertjespolitiek’, ‘we hadden net zo goed niet hoeven stemmen’, zo maar even twee reacties op social media over de voordracht van Ursula von der Leyen (CDU/EPP) als voorzitter van de Europese Commissie. En dus niet Frans Timmermans (PvdA/S&D) of Manfred Weber (CDU/EVP). Dit soort commentaren raken het hart van de democratie, want het Europees Parlement ging toch het voortouw nemen met het Spitzenkandidatenproces, dat wil zeggen dat de kandidaat van de verkiezingswinnaar voorzitter wordt van de Europese Commissie?
door Simon Trommel uit Straatsburg
De werkelijkheid ligt genuanceerder. Over democratie: dat is een relatief begrip. Wat is democratisch? Als de democratisch gekozen president van de VS een decreet uitvaardigt? Als Denemarken tegen het Verdrag van Maastricht stemt, zoals in 1993? Of als Denemarken later toch in een tweede referendum voor hetzelfde verdrag stemt? Democratie is altijd een afweging tussen legitimiteit, wat we acceptabel vinden, en effectiviteit, hoe maken we het bestuurbaar. Daarbij hebben democratische processen hun eigen logica, zie de Deense referenda.
EU is ingewikkeld
Binnen de Europese Unie ligt dat nog ingewikkelder. Dat is een samenwerkingsverband tussen landen met twee wetgevingsprocessen. Via het door de Europese burgers gekozen Europees Parlement met 751 leden en via de door burgers gekozen 28 regeringen. Dat betekent uiteindelijk moeizaam compromissen bereiken.
Over het democratisch gehalte, en vooral de legitimiteit is veel gezegd. Er zou een democratisch tekort zijn, onder andere omdat er geen ministeriële verantwoordelijkheid is, zeggen politicologen. Andere politicologen zeggen juist dat er een dubbele legitimatie is, enerzijds omdat het Europees Parlement, de ene wetgever, direct door de kiezer wordt gekozen en anderzijds omdat de regeringen van de lidstaten ook door de burger wordt gekozen.
Hek is van de dam
Maar nu de ene wetgever de Spitzenkandidaat van de andere niet accepteert, lijkt het hek van de dam. In het verdrag van de werking van de Europese Unie staat dat de Raad een kandidaat voordraagt en dat het Europees Parlement de kandidaat verkiest. Het Spitzenkandidatenproces is in het Europees Parlement ontwikkeld om de burger meer invloed te geven en meer te betrekken bij het verkiezingsproces. Sommige lidstaten – Merkel gaf aan het belangrijk te vinden – hebben wel hun voorkeur uitgesproken dat proces te steunen maar het is geen Europees verdrag of wet, laat staan een wet van Meden en Perzen.
Hongarije wilde appeltje schillen met Weber en Timmermans
Kortom, het blijft een politiek spel, afhankelijk van wetten, procedures en handelwijzen die op dat moment gelden. Dat was geen probleem tijdens de vorige zittingsduur van het parlement: de Spitzenkandidaat van de grootste, CDA/EVP was Jean Claude Juncker. Die was als oudgediende in de Europese politiek aanvaardbaar voor alle partijen. Manfred Weber is dat met het gebrek aan internationale ervaring een stuk minder. En met Timmermans hadden vooral landen als Polen en Hongarije nog een appeltje te schillen, juist omdat hij zich fel verzette tegen minder democratische regimes in Oost-Europa en vooral vanwege het feit dat hij vindt dat daar de rechtsstaat onder druk staat, zoals onafhankelijke journalistiek en de rechtspraak. En dat is precies wat er is gebeurd. Betrouwbare bronnen zeggen dat er van Polen en Tsjechië steun was. Maar dat net voor de top de Hongaarse Viktor Orbán die nog een appeltje te schillen had met Timmermans en Weber, met Macron gebeld heeft die het Spitzenkandidatenproces al langer niet zag zitten. De Franse president ziet liever pan-Europese partijen. En weg was de meerderheid in de Raad voor de Spitzenkandidaten. Vervolgens kwam Ursula vonder Leyen als kandidaat op tafel. Manfred Weber voelde zich bestolen, zei hij tegen de Duitse krant Bild. Bronnen zeggen: het was woede en revanche van Orbán.
Hier zie je een politiek spel gebeuren wat overal gebeurt: dat is in een dorp waar ze praten over het inrichten van een centrum niet anders: ieder politiek besluit kent zijn eigen mores, afhankelijk van de institutie en de spelers aan tafel.
Geen achterkamertjespolitiek
Om de EU weg te zetten als achterkamertjeskampioen of zeggen dat stemmen geen zin heeft is daarom veel te kort door de bocht. Immers, het parlement is gekozen door de burger maar de regeringen ook.
Zeker in een land waar de burgemeester of de premier niet rechtstreeks wordt gekozen, komt de kritiek een beetje over als krokodillentranen, hoewel het natuurlijk wel veel beter kan. Maar dat is het hem juist in de politiek. Ergens moet een compromis worden gevonden waar ook nog eens 28 nationale belangen tussen zitten. Eigenlijk is het al knap dat ze er uit zijn gekomen. Ursula von der Leyen komt uit de CDU/EVP partijfamilie, de grootste partij in het Europees Parlement, de partij van Weber. En het is een vrouw, voor het eerst in de geschiedenis van de Europese Unie aan het hoofd van de Europese Commissie. Tegelijk is het ook goed dat kritische geluiden worden gehoord. Democratie gedijt bij tegenstellingen. Hoe de nieuwe voorzitter van het Europees Parlement daarover denkt? Waarschijnlijk net zo. David-Maria Sassoli, van S&D, de partijfamilie van Timmermans zei direct na zijn verkiezing tegen journalisten over de gang van zaken: ‘Er moet een geordend debat over worden gevoerd.’ Weber voelt zich bestolen en hij is uitgeput. Maar: hij gaat door in het Europees Parlement. Voorlopig als lid en wellicht dat hij over tweeënhalf jaar Sassoli kan op volgen. Dat gebeurt vaker in het Europees Parlement. Maar daar laat Manfred Weber zich niet over uit.
Hoe nu verder?
Of Von der Leyen ene meerderheid haalt in het parlement? Dat valt ook nog te bezien. De socialisten zijn ook verdeeld. Sommigen zijn net als de Duitse SPD woedend over het verlies van Timmermans, die mogelijk nog dichter dan Weber bij de felbegeerde post van Europese Commissievoorzitter was. Timmermans houdt in het pionnenspel zijn huidige functie als eerste vice-voorzitter. Premier Rutte noemde dat eerder een prima resultaat. Het politieke spel wordt dus vervolgd.