Van CDA Kamerlid naar supporter BBB

Maurits von Martels (1960) heeft samen met zijn vrouw Aimée een boerderij op een landgoed vlakbij Dalfsen in Overijssel. Hij was er van 2010 tot 2017 wethouder en werd vervolgens voor het CDA gekozen tot Kamerlid. Hij stond op plek 44 van de kandidatenlijst, maar behaalde op eigen houtje 21.510 voorkeurstemmen, maar in de Kamer werd Von Martels geen woordvoerder landbouw. Hij kreeg andere dossiers onder zijn hoede. Nu melkt hij weer, samen met zijn vrouw, bijna alle dagen van de week ruim 90 koeien.

Door Chris Zeevenhooven

“Ik zie mezelf nu als een soort zij-instromer op ons eigen bedrijf, dat was wel weer even wennen. Er worden andere eisen aan je gesteld. Ik wilde eerst wat minder koeien melken, maar Aimée vond dat we het bedrijf op hetzelfde niveau moesten houden en zij is mee gaan doen met melken, niet omdat ze het leuk vindt, maar omdat het goed is voor het bedrijf en het landgoed”. Aimée vertelt dat ze moeite heeft om iedere dag hetzelfde te doen en als er één ding hetzelfde is dan is het melken en vroeg opstaan, maar ze hebben er nu goed de gang in. “Dat is echte liefde” zegt Maurits lachend. Aimée was fysiotherapeut maar daar is ze mee gestopt. Ze doet de administratie van de boerderij en het onderhoud van het landgoed. Ze heeft jaren de B&B gerund. Nu woont er één van de kinderen.  

Van Kamerlid naar de koeien

“Ik ben altijd met plezier boer geweest, maar terug naar de boerderij is een grote overgang vooral ook fysiek. Je moet dat wel op kunnen brengen. Het is repeterend werk, want hoe beter gestandaardiseerd je werkt hoe beter voor de koeien en de resultaten op het bedrijf en dan wel zeven dagen in de week. Discipline en liefde voor het vak is nodig. Een aantal Kamerleden zijn hier geweest na mijn periode in de Kamer om ervaringen te delen en iets mee te geven wat het is om boer te zijn. Tjeerd de Groot had ik niet uitgenodigd, maar je zou mogen verwachten dat die weet hoe het werkt als oud directeur van de Nederlandse Zuivel Organisatie. We zouden in Nederland volgens Tjeerd de Groot, in zijn  tijd als directeur, 19 miljard liter melk kunnen melken, maar we gaan nu naar 9 miljard liter met alle nieuwe regels die op ons af komen. Op dit moment melken we zo’n 13 miljard liter melk. Maar er gaan straks weer boeren stoppen, 59% van de boeren boven de 55 jaar heeft geen opvolger, dat heeft effect op de melkproductie. Ook wij behoren tot die groep, want ook wij hebben nog geen opvolger voor ons melkveebedrijf. Trouwens toen ik in 1983 begon waren er in Nederland 2,5 miljoen melkkoeien. Dat zijn er nu 1,5 miljoen”.

Waarom dan 25 miljard uitgeven?

Aimée antwoord gedecideerd: “Dat is precies wat de sector zegt. Als we het huidige beleid voortzetten dan gaat de sanering vanzelf plaatsvinden met gevolg dat de productie gaandeweg vermindert. En Maurits vult aan: “Als we kijken naar de stikstof (NH3) reductie dan hebben we vanaf 1990 tot 2010 de uitstoot met  200 kilo ton gereduceerd en we maken nu een heleboel politieke herrie voor nog eens 30 kilo ton. We zetten er zelfs 25 miljard gemeenschapsgeld voor in. Het klopt wel dat sinds het eerste kabinet Rutte de reductie is gestagneerd. Er is zelfs een stijging geweest met het vrijgeven van het melkquotum toen boeren weer koeien aankochten. Als directeur van de NZO heeft Tjeerd de Groot de boeren nog aangemoedigd om meer koeien te gaan melken.

Afschaffen derogatie heeft gevolgen voor milieu

“De melkproductie gaat ook verminderen doordat de derogatie is afgeschaft. Derogatie is het recht om meer drijfmest per hectare te mogen uitrijden omdat de bodem het kan hebben. Ik mag straks maar 170 kg mest uitrijden in plaats van met derogatie 250 kg, maar ik mag het wel aanvullen met flinke hoeveelheid extra kunstmest. De dierlijke mest die ik overhoud moet ik dan tegen betaling afvoeren. De kunstmest wordt met gas geproduceerd en daar komt veel stikstof bij vrij. Het is verre van milieuvriendelijk. Dat zijn stappen terug, het is een perverse prikkel”.

Wel Kamerlid, geen woordvoerder landbouw

“Ja ik was daar heel teleurgesteld over, terwijl ik wel met voorkeurstemmen van het platteland gekozen was. Ik kon mijn ei niet goed kwijt. Ik mocht niet eens wat zeggen met de grote boerendemonstratie op 1 oktober 2019. Met onze woordvoerder Jacco Geurts (CDA Kamerlid) had ik goed contact, zoals over de stikstofwet. Wij hebben toen ingezet om de nieuwe stikstofwet in te laten gaan op het jaar 2040, omdat er heel veel moet gebeuren op boerenbedrijven. Na onderhandelingen werd het 2035 om die volgende 30 kiloton te realiseren. Daar zijn wij en de andere coalitiepartijen eind 2020 mee akkoord gegaan. Tot mijn stomme verbazing gingen dezelfde partijen voor de regering Rutte 4 opnieuw over die stikstofwet onderhandelen. Op initiatief van D66 werd het 5 jaar vervroegd naar 2030. Het CDA en de VVD wilden daar extra geld bij en iedereen leek tevreden. Dat was de nieuwe coalitie afspraak en er werd opnieuw een minister van Landbouw van de Christen Unie aangezocht om de boodschap te verkopen.

Commissie Remkes veroorzaakte stikstof procedure

De commissie Remkes heeft ons in 2020 de stikstoffuik in doen zwemmen door de kritische depositie waarden (KDW) te hanteren als meetinstrument waar natuurgebieden aan moeten voldoen. Ik heb toen al het begrip “fuik” gehanteerd omdat je daardoor ergens in zwemt waar je niet meer uitkomt. Voor het publiek kwam de commissie Remkes met goede adviezen over stikstof en hoe ermee om te gaan, maar hij is uiteindelijk mede de veroorzaker van het huidige beleid waar niemand meer mee uit de voeten kan en het land op slot zet. Hij speelt het handig door iedereen een rol en respect te geven , maar de commissie Remkes heeft met het stikstof advies aan de basis gestaan van de huidige stikstofproblematiek.

Van CDA naar BBB

“Met de procedure om een nieuwe lijst voor de Kamer te maken ben ik door het CDA op de 39e plek gezet en toen was het voor mij wel klaar en heb met pijn in mijn hart afscheid genomen. Om mij voor mijn werk voor de boeren in de Kamer te bedanken heeft Caroline van der Plas voor ons huis een trekker optocht van boeren georganiseerd. Ik had goed contact met Caroline van der Plas en begrip voor standpunten van BBB. Het CDA dacht, omdat het aantal boeren kleiner wordt,  meer aanhang in de stad te kunnen krijgen en was vergeten dat de traditionele aanhang op het platteland woont. Op de kandidatenlijst voor de Kamerverkiezingen van 2021 stond de eerste “boeren kandidaat” op nummer 23!”

Nederland krijgt spijt van dit boeren- en natuurbeleid

“In 2040 kijken we waarschijnlijk met spijt naar de manier waarop we in 2023 met boeren en met name de melkveehouderij zijn omgegaan. Niet zo zeer de gewenste stikstofreductie stuit mij tegen de borst, maar vooral de aanpak en het tijdspad. Een emissiearme bedrijfsvoering zou het streven moeten zijn en de overheid zou daar stimulerend beleid een geweldige bijdrage aan kunnen leveren. Een beleid dat gericht is op de boer van de toekomst zou centraal moeten staan maar termen als gedongen verkoop, onteigenen en piekbelasters voeren de boventoon.

Hopelijk komt de politiek snel tot besef dat een andere aanpak ook tot realisatie van doelstellingen kan leiden en dan zal men zien wie vertrouwen zaait ook vertrouwen zal oogsten!”