De EU moet alles uit de kast halen om de crisis in het medialandschap te beperken. De opbrengsten dalen met 80 procent, freelancers worden aan de kant gezet. Lokale, regionale en nationale plannen zijn. niet genoeg, vinden ze. Terwijl de crisis in de media de democratie in het hart raakt.
Door Simon Trommel
Dat schrijven 42 Europarlementariërs in een brandbrief aan de voorzitters van de Europese Commissie, de Europese Raad, het Europees Parlement en drie eurocommissarissen.
De kaalslag in de media door de coronacrisis moet bestreden worden met een Europees noodfonds en door het sponseren van abonnementen voor jongeren. Ook zouden de communicatiebudgetten van de EU aan nationale nieuwsmedia besteed moeten worden, in plaats van aan de grote online platforms.
Situatie media grimmig
Ze betitelen de economische situatie van de media als grimmig. Zij voorzien het failliet van complete nieuwsorganisaties binnen maanden, zo niet weken, met desastreuze gevolgen voor de democratische infrastructuur en dus voor de Europese samenlevingen.
Kwaliteitsjournalistiek belangrijk
Met dalingen in opbrengsten tot 80 procent dreigt de mediasector te worden gedecimeerd, terwijl veel media de klap van de vorige economische crisis nog niet te boven zijn, schrijven ze verder. In Nederland is de crisis overigens al zichtbaar: veel media zetten freelancers aan de kant. Overigens schrappen veel media wel hun pay wall om burgers goed te informeren over de coronacrisis. Dat laatste vinden ze een goede zaak, want kwaliteitsjournalistiek is belangrijk.
Geld uit potjes
Het geld moet komen uit potjes die nog over zijn. Zo verdeelde de Europese Commissie onlangs 37 miljard over de lidstaten om de coronacrisis te helpen beheersen. ´Fondsen kunnen nu makkelijker daar terecht komen waar ze het meest nodig zijn´, zegt Sabine Verheyen, de invloedrijke Duitse voorzitter van de CULT-Commissie die over media, onderwijs en cultuur gaat.
(tekst loopt door onder afbeelding)
Ook willen de Europarlementariërs dat de instituties goed kijken naar hun eigen mogelijkheden om media te ondersteunen. Ze vragen naast een noodfonds ook om gratis abonnementen op media te faciliteren wat tegelijk mediawijsheid stimuleert. Verder vragen ze om de communicatiebudgetten van de Europese Commissie en het Europees Parlement te besteden aan nationale nieuwsmedia en niet aan de grote online platforms. Ook vragen ze aan het parlement om proefprojecten die meer geld kunnen opleveren voor media.
De brief is door afgevaardigden uit alle politieke groepen ondertekend, behalve uit het uiterst rechtse Identiteit en Democratie, de groep waarin ook de PVV zit. Er is geen enkele Nederlander die de brief heeft ondertekend. De brief is een brandbrief en heeft geen parlementaire status in de zin van een resolutie. Wel komen dit soort brieven regelmatig op een later moment terug in de besluitvorming. Bovendien vormt het een manier om stof te doen opwaaien over dit onderwerp. De Eurocommissarissen Thierry Breton (interne markt) en Mariya Gabriel (Cultuur) die de brief ook hebben gekregen, zijn door Sabine Verheyen uitgenodigd om in commissie cultuur op 4 mei over de problemen van de mediasector te praten.
In Nederland is door minister Slob al eerder 11 miljoen toegezegd om lokale en regionale media te ondersteunen. Dat was een sigaar uit eigen doos, want dat geld was al toegezegd aan de lokale en regionale media, het wordt alleen eerder ingezet. De Europarlementariërs stellen ook dat de nationale hulpprogramma´s onvoldoende zijn.