Als het over de teloorgang van de biodiversiteit gaat, dan staat in Nederland stikstof met stip op nummer één, ook op twee en op drie. Nederland heeft een sterke focus op stikstof als oorzaak van het verdwijnen van biodiversiteit. De kurk waarop het Nederlandse natuurbeleid drijft, is de zogenaamde ‘kritische depositiewaarde (KDW)’ die voor ieder natuurtype is vastgesteld. Deze KDW geeft de stikstofgevoeligheid weer van de natuur. Veen- en duinlandschappen, en zandverstuivingen worden beschouwd als zeer stikstofgevoelig; deze hebben een lage KDW. De meeste boslandschappen kunnen wat meer stikstof verdragen en hebben een hogere KDW. Met rekenmodel Aerius wordt met een methode berekend (en niet gemeten) of de stikstofneerslag op een natuurgebied de ‘kritische depositiewaarde’ te boven gaat. Voor bijna alle stikstofgevoelige natuurgebieden in Nederland is dat het geval.
Door Geesje Rotgers, landbouwjournalist
Er is één vraag die niet gesteld mag worden in Nederland: Kloppen die kritische depositiewaarden voor de natuurgebieden wel? Drie merkwaardige zaken.
Het niet beschikbare KDW-rapport
Voor de oorsprong van de ‘critical loads’ (KDW’s) moeten we naar Zwitserland, naar november 2002. Hier vindt een internationale ‘expert workshop’ plaats, waar wetenschappers uit meerdere landen bediscussiëren hoeveel stikstof de verschillende typen natuur kunnen verdragen. Voor alle typen wordt een grenswaarde (Kritische Depositie Waarde) vastgesteld, waarboven het risico op wegkwijnen toeneemt. Alle kennis, uitkomsten en onderbouwing wordt door het Zwitserse Agentschap voor Milieu, Bos en Landschap gebundeld in een lijvig rapport van honderden pagina’s. Dit rapport is de basis van de Nederlandse lijst met kritische depositiewaarden. Toen ons team, dat daar onderzoek naar doet, het rapport wilde lezen, bleek het echter nergens beschikbaar. Het stond in geen enkele bibliotheek, waar wij ook zochten. Bij het congres in Zwitserland waren ook enkele Nederlandse wetenschappers aanwezig. De eerste wetenschapper liet weten dat hij het rapport nog wel ergens had liggen, maar waar? De tweede wetenschapper gaf aan dat het rapport alleen op papier was verschenen, in Nederland zouden enkele exemplaren in omloop zijn. Gelukkig was hij bereid het rapport af te staan. Dat ging op de post. Toen het rapport na een week nog niet was aangekomen, maakten we ons enige zorgen. Het zal toch niet zo zijn dat de basis van ons nationale stikstofbeleid was zoekgeraakt bij de post? Gelukkig kwam het rapport na enkele dagen alsnog aan. Is het niet vreemd dat zo’n belangrijk basisdocument, dat zoveel impact heeft voor het Nederlandse stikstofbeleid, nooit is opgenomen in de universitaire bibliotheken? En niet beschikbaar is voor mensen die de onderbouwing van de KDW’s willen toetsen?
KDW buiten toetsingen gehouden
Het stikstofbeleid (ammoniakbeleid) staat sinds eind jaren ’90 van de vorige eeuw ter discussie. De discussie werd aangejaagd door grondgebonden boeren die hun bodem niet wilden vernielen met de verplicht gestelde mestinjectie. Dit zou ten koste gaan van het bodemleven en daardoor ook van de natuur boven de grond, zoals de weidevogels. Vanwege de aanhoudende kritiek heeft de overheid de afgelopen tien jaar verschillende (internationale) toetsingscommissies ingesteld, om de onderbouwing van het beleid te laten toetsen. In 2009, 2013, 2015, 2018 en 2020 vond een review plaats. Bij die van 2015 en 2018 was ik direct betrokken, die van 2020 heb ik op de voet gevolgd. De toetsingscommissies kregen steeds een beperkte opdracht van de overheid – cruciale zaken werden buiten de opdracht gehouden. Het mag een klein wonder heten dat Commissie Hordijk (2020), in tweede instantie tóch onder de motorkap van stikstofrekenmodel Aerius is gaan kijken. Het Landbouwcollectief, waarin 13 boerenorganisaties waren vertegenwoordigd, heeft dit bewerkstelligd. Commissie Hordijk adviseerde aan de regering dat de rekenmethodiek die wordt toegepast binnen Aerius niet doelgeschikt is. De onzekerheid in de depositieberekeningen is veel te groot. Toch handhaaft de regering het model Aerius om de wetgeving te borgen.
Wat tot nu toe niet is gelukt, is om ook de wijze waarop Nederland de KDW’s toepast, getoetst te krijgen door een expertcommissie Ook hierop is al vele jaren kritiek, ook van wetenschappers De overheid laat dit alles structureel buiten de reviews.
Hoe beter de boer het doet, hoe strenger de regels worden
Stikstofgevoelige natuur mag zonder meer worden bijgetekend op de natuurkaart in Aerius, binnen Habitat- en Vogelrichtlijngebieden (Natura 2000 gebieden). Dat schreef Minister Schouten in november 2020 aan de Tweede Kamer. Met name in Vogelrichtlijngebieden (uiterwaarden van rivieren en waterrijke gebieden) vinden we nogal wat landbouwpercelen. Uit analyse van de Aerius-natuurkaart bleek dat er de afgelopen vijf jaar bijna een verdubbeling heeft plaatsgevonden van het areaal aan stikstofgevoelige natuur in Nederland. Meerdere fracties hadden hierover Kamervragen gesteld. Volgens de Minister wordt de feitelijke situatie ingetekend, óók op boerengrond als zich daar stikstofgevoelige natuur ontwikkelt (er zijn nogal wat boeren met agrarische percelen in Vogelrichtlijngebieden). Boeren hoeven daarvan niet op de hoogte te worden gebracht, provincies mogen het zonder meer (laten) intekenen. Ik vind dit een merkwaardige situatie. Boeren snijden zichzelf in de vingers, als zij ‘stikstofgevoelige natuur’ op hun grond ontwikkelen door meer aan natuurontwikkeling te doen in de bedrijfsvoering. Tegelijkertijd bemesten deze boeren wel hun percelen. De stikstofaanvoer is daarmee al gauw (veel) groter dan wat de ‘stikstofgevoelige natuur’ aan kan. Tóch heeft die stikstofgevoelige natuur kans gezien zich op deze agrarische percelen te vestigen. Een nadelig gevolg is dat de economische waarde van natuurgrond een stuk lager is dan die van landbouwgrond. Een reden temeer om die KDW’s stevig tegen het licht te houden. Waarschijnlijk zijn andere zaken minstens zo belangrijk voor de instandhouding van de natuurwaarden dan louter stikstof.
Ondertussen wordt met de nieuwe stikstof en natuurherstelwet alles vastgelegd voor de komende decennia met als basis een kengetal (KDW) waarvan de onderbouwing niet algemeen bekend is. De wet biedt wel ruimte om de woning en wegenbouw weer vlot te trekken.